
Vaak wordt bij de behandeling van de zwemblaas via een naald, gas en ontstekingsvloeistof afgezogen. Het probleem bij deze behandeling is vaak dat het onduidelijk is welk volume aan gas en/of ontstekingsvloeistof uit de zwemblaas is gezogen. De zwemblaas moet namelijk weer aangevuld worden met lucht, om de verzwakte Koi weer snel aan het zwemmen te krijgen. Vaak wordt te veel of te weinig lucht toegevoegd, zodat de Koi direct naar de bodem zinkt of aan de oppervlakte blijft drijven. Een nadeel hiervan is dat de betreffende Koi weer aangeprikt moet worden om de luchthoeveelheid in de zwemblaas en daarbij het drijfvermogen aan te passen.
Door te onderzoeken bij welke (lucht)druk en volume lucht bij de zwemblaas van de Koi gebruikelijk is, kan er een beter beeld gevormd worden van gebruikelijke waarden van deze twee factoren. Met deze kennis zal de behandeling van een Koi met een zwemblaasprobleem vergemakkelijkt worden. De Koi zal uiteindelijk tijdens een behandeling eenmalig worden aangeprikt, om vervolgens de juiste hoeveelheid lucht en/of druk aan de zwemblaas te geven. Dit zal leiden tot minder ongemak bij de Koi en efficiëntere resultaten van behandelingen.
Het onderzoek is nu inmiddels afgerond en de uitkomsten zullen uitgebreid toegelicht worden in een artikel in het magazine ‘Koi’ van de
NVN. Voor dit artikel moest ik nog wat mooie röntgenfoto’s hebben. Wat kan je dan beter doen dan gelijk een dagje op pad te gaan met Rob?
Maandag zijn we bij drie particulieren in Duitsland geweest. Het eerste adres had een schitterende vijver, welke echt een geheel vormde met de rest van de tuin (wat er nog van over was, zie foto 1). Er was weinig aan de hand, de Koi hadden wat minder eetlust dan normaal. Na een slijmhuidafstrijkje werd alles duidelijk: huidwormen vielen de Koi lastig. Na een uitgebreid advies en kopje koffie gingen we naar de volgende klant. Rob was hier enkele weken terug ook al geweest en toen was het euvel al zichtbaar. Een bacterie van het soort Aeromonas had toegeslagen en de gaten op de huid waren overal zichtbaar. Een bacteriële infectie is altijd secundair, wat betekent dat er voorafgaand iets ervoor heeft gezorgd dat de bacterie kan toeslaan. In vele gevallen is dit een parasiet of slechte waterkwaliteit, wat de afweer vermindert en de kans aan, in dit geval een Aeromonas-bacterie, geeft om toe te slaan.

De eigenaar had alle vissen met wonden uit de vijver gevist en in een showvat met filter

geplaatst. Elke Koi werd verdoofd, wonden schoongemaakt met waterstofperoxide, waarna er een wondzalf overheen geboetseerd werd. De wondzalf is een nieuw product van Rob en deze hecht op de open wond en door een kleine toevoeging van antibiotica werkt het ook desinfecterend en ontstekingremmend. De wondzalf wordt dus gebruikt in plaats van propolis, wat gebruikelijk is. Op beschadigde vinnen wordt echter wel gebruik gemaakt van propolis, omdat de wondzalf niet voldoende blijft hechten op de vinnen. Naast de wondbehandeling werd er ook antibiotica ingespoten om de infectie tegen te gaan. Na de uitgebreide behandeling en consult, was het weer tijd voor koffie (voor mij thee, ik houd niet van koffie) met typische Duitse Küchen, in dit geval appel- en kersentaart. Je wordt echt verwent als koidokter zeg.
De laatste klant had een probleem met kieuwwormen. Dit was duidelijk te zien aan de slijmerige kieuwen en het snelle ademhalen van de Koi. Via de microscoop heb ik een filmpje van een volwassen kieuwworm gemaakt, welke van de slijmhuid van de kieuwen aan het eten is.
Tevens bevond zich hier een Koi met zonnebrand, zeer apart om te zien. De schubbenrij boven op het lichaam was gewoon totaal verdwenen.
Rond een uur of zeven waren we weer bij Rob op de kliniek. Tijdens het rijden tussen de klanten door heeft Rob nog even het artikel doorgelezen wat we samen gaan publiceren. Met een paar kleine aanpassingen en de toevoeging van de röntgenfoto’s zal het een interessant stukje tekst worden. Jullie kunnen het allemaal lezen in een van de volgende uitgaven van ‘Koi’.