De tweewekelijkse routine om op de zaterdag weer richting Barneveld te gaan, begint nu eindelijk een beetje te komen. Het was afgelopen zaterdag namelijk weer tijd voor de uitgebreide cursus visziekten georganiseerd door de NVN in samenwerking met het PTC+ te Barneveld. Inmiddels is dag vier van deze cursus alweer achter de rug, de helft van het totale aantal cursusdagen. Om deze reden was er ook een tussentijdse toets georganiseerd, waarin vele (strik)vragen over verscheidene onderwerpen werden gesteld. Ook voor de lezers van KoiQuest heel interessant om eens over na te denken. Hierover later meer.
De dag begon onverwacht rustig, wat vooral te maken had met het feit dat er twee cursusleden die om begrijpende redenen niet aanwezig konden zijn. Toevallig ook de twee die het meeste kabaal maken, dus dat werd gelijk gemerkt. Een van hen is nu zelfs onderweg of net aangekomen in Japan… Niet verkeerd dus! Eerlijkgezegd heb ik nu al weer heimwee om terug te keren naar het land van de reizende zon, helaas ben ik nog student en roepen de verplichtingen van mijn opleiding. Gelukkig heb ik als student-zijnde dan wel weer een zomervakantie om u tegen te zeggen en heb ik mijn verblijf deze zomer alweer vast staan!
De vierde cursusdag dus… Weer een interessante dag met veel theorie over onderzoeksmethoden en diagnose bij zieke Koi, aangevuld met toelichting van bepaalde ziekten/aandoeningen die bij Koi kunnen voorkomen.
Maar hoe stelt men nu de juiste diagnose? Voor een dierenarts, of KVA-er (Koi, vijver, adviesdienst, onderdeel van de NVN) gaat dit als volgt:
1. Signalement en anamnese (vraaggesprek met de klant)
2. Wateronderzoek
3. Lichamelijk onderzoek: algemene indruk en algemeen onderzoek
4. Nader onderzoek (slijmhuidafstrijkje)
5. Bacteriologisch onderzoek en antibiogram
6. Conclusie
7. Behandelplan opstellen en uitvoeren
De voorgeschiedenis is erg belangrijk om te weten te komen, daar de eigenaar van de zieke Koi mogelijk al diverse behandelingen met antibiotica heeft toegepast en dat een volgende behandeling mogelijk een dodelijke oorzaak tot gevolg kan hebben doordat de Koi al zoveel verzwakt zijn geraakt door de eerdere behandelingen.
Wateronderzoek – Bij het wateronderzoek zijn vooral de parameters NH3/NH4 (ammonia/ammonium), NO2 (nitriet), pH, KH en O2 (opgeloste zuurstof) van belang. Daarnaast is de temperatuur in combinatie met de hoeveelheid opgeloste zuurstof in het water een belangrijke waarde om te meten. NO3 (nitraat) kan in hoge concentraties (boven de 50 mg/l) groeiremmend en een verminderde weerstand opleveren en is daardoor minder essentieel dan de andere waterparameters om te testen. Zie voor ene uitgebreidere toelichting over de waterparameters het blog Dag 1 van de cursus.
Nader onderzoek – Middels een afstrijkje van de slijmlaag, afstrijkje of stukje kieuw, bloed, röntgen, echo, ontlasting of virusonderzoek kan er, wanneer er in de voorgaande situaties nog geen diagnose gesteld kan worden, nader onderzoek worden gedaan. Het merendeel van deze toepassingen dient wel onder verdoving te gebeuren.
Wanneer er na het nadere onderzoek nog steeds geen diagnose kan worden gesteld, kan een bacteriologisch onderzoek worden gedaan. Vooral bij open wonden is dit een veelgebruikte toepassing. Middels een bacteriologisch onderzoek kan worden vastgesteld om welke bacterie het gaat en via een antibiogram kan worden bepaald welk antibioticum kan worden toegepast om deze schadelijke bacterie te doden.
Om voor jezelf als hobbyist enige duidelijkheid te creëeren kun je zelf dit stappenplan ook nagaan. Wacht echter nooit te lang met het zoeken van hulp, want voor je het weet ‘kijk je de vis dood’. Een gespecialiseerde dierenarts, je vaste dealer of een KVA-er is daar een geschikt persoon voor.
De tussentijdse toets en het practicum zal ik in een ander blog deze week toelichten.