karperviraemia en karperpokken
Het voorjaar staat op het punt van beginnen. De temperatuur zal langzaam weer wat op gaan lopen en de vissen zullen na een lange winterrust weer actiever gaan worden. Echter zal door die rust van de koi hun weerstand niet optimaal zijn. Met name enkele virussen krijgen dan de kans om zich uit te breiden in en op onze geliefde vissen. Hieronder zal ik twee virussen wat nader bespreken omdat deze zich vaak voordoen bij relatief lage watertemperaturen. Eerst komen de bekende karperpokken aan bod, daarna zal het virus karperviraemia besproken worden.
Om even kort te herhalen, een virus is een stuk RNA of DNA met daar omheen een eiwitkapsel. Het vermeerdert binnen in een levende cel, waarbij de gastheercel te gronde gaat. Van daar uit verspreidt het virus zich weer verder naar andere gastheercellen. Omdat een virus niet volledig aan de beschrijving van ‘leven’ voldoet (een levend organisme functioneert autonoom en heeft een metabolisme), is het virus niet te bestrijden met antibiotica.
Als de weerstand van de gastheer laag is krijgt het virus de kans zich snel uit te breiden
Als de weerstand van de gastheer laag is krijgt het virus de kans zich snel uit te breiden. Bij Koi uit zich dat vooral in lusteloosheid, slecht eten en in het geval van karperpokken ook in een soort wasachtige plekken. Vooral rond de vinnen en van daar uit ook verder over het hele lichaam van de vis voorkomend. De wetenschappelijke naam van karperpokken is Herpesvirus cyprini.
Karperpokken zijn vaak te herkennen aan wasachtigen plekken rond de kop en de vinnen. Bron: www.koi-ontwikkeling.info
De naam maakt al duidelijk dat het behoort tot de zogenaamde herpesvirussen en dat het vooral karperachtigen (cyprinidae) als gastheer heeft. Hoewel de naam verdacht veel lijkt op het gevreesde Koi Herpes Virus (KHV) is het virus dat karperpokken veroorzaakt gelukkig niet hetzelfde. Karperpokken uiten zich meestal in ontsierende plekken op de koi, maar zijn zelden fataal voor de vis. Alleen bij jongbroed kan het een hoge sterfte veroorzaken (Sano et al., 1991). Ook de temperatuur-range waarbij de virussen actief zijn verschillen nogal. Karperpokken zie je vooral bij lage temperaturen in het vroege voorjaar, terwijl KHV pas actief wordt rond de 18 graden. Naarmate de temperaturen weer stijgen en de weerstand van de koi weer op peil is zullen de ontsierende plekken meestal weer verdwijnen. Wel is het opvallend dat de pokken het jaar er op vaak weer terugkomen op dezelfde vis. Dit is bijna altijd de vis met de minste weerstand in de vijver.
Dit virus is een stuk dodelijker
Een ander typische voorjaarsziekte die ik aan bod wil brengen is karperviraemia. Ook dit is een virus, een Rhabdovirus om precies te zijn. Pas in 1971 werd dit virus pas voor het eerst wetenschappelijk beschreven (Fijan et al. 1971), hoewel het waarschijnlijk al veel langer in (wilde) populaties voorkomt . Dit virus is een stuk dodelijker en kan tot wel 90% van geinfecteerde vissen fataal worden. Ook van andere karperachtigen zijn besmettingen met dit virus bekend. De hoogste mortaliteit ligt bij watertemperaturen tussen 10 en 17 graden Celsius. Ook hier spelen relatief lage watertemperaturen en verminderde weerstand weer de grootste rol. De besmetting zelf vindt vooral plaats door contact met geinfecteerd slijm of faeces. Ook uitwendige (ecto-) parasieten als karperluis kunnen het virus overbrengen (Ahne et al., 2002)
Karperluis (Argulus sp.) is een van de parasieten die het virus kan overbrengen. Bron: www.marinespecies.org
De infectie zelf kenmerkt zich vooral door bloedingen door beschadigde organen, gesprongen bloedvaten (haemorrhage) en een ontstoken zwemblaas. Hierdoor zijn besmette vissen vaak opgezwollen, lusteloos en kunnen moeilijk rechtop zwemmen. Ook kleuren de vissen vaak donker. Gelukkig komt dit virus niet zo heel veel voor bij koihobbyisten, vooral wilde populaties en kwekerijen voor consumptiekarper worden er door getroffen. Maar toch wordt het zo nu en dan ook op koikwekerijen aangetroffen (A.E. Goodwin, 2002).
Vooral jonge karpers zijn gevoelig voor karperviraemia. Vooral de uitpuilende ogen en bruine vlekken en bloederige huid vallen op. Foto: Andy Goodwin, UAPB Aquaculture/Fisheries Center.
Wat doe je er aan?
Aangezien er(nog) geen medicijnen zijn die deze virussen effectief kunnen bestrijden, is er eigenlijk maar een manier om te voorkomen dat de vissen het krijgen. En dat is zorgen dat de waterkwaliteit optimaal is en goede (gevarieerde) voeding geven. Als koi dit soort aandoeningen krijgen is het toch vaak een graadmeter van een verminderde waterkwaliteit en/of een matige weerstand van de vissen zelf. En voorkomen is nog altijd beter dan genezen….
Referenties:
T. Sano, N. Morita, N. Shima, M. Akimoto. Herpesvirus cyprini, Lethality and oncogeneticy (1991) Journal of Fish Diseases, Volume 14 Issue 5 pages 533-543
N. Fijan, Z. Petrinec, D. Sulimanovic, L.O. Zwillenberg. Isolation of the viral causative agent from the acute form of infectious dropsy of carp Vet. Arhiv, Zagreb, 41 (1971), pp. 125–138.
W. Ahne, H. V. Bjorklund, S. Essbauer, N. Fijan, G. Kurath, J. R. Winton. Spring viremia of carp (SVC) DAO 52:261-272 (2002).
A. E. Goodwin. First Report of Spring Viremia of Carp Virus (SVCV) in North America (2002) Journal of Aquatic Animal Health Volume 14, Issue 3, pages 161-164.
3 reacties
Beste Bardo,
Goed stukje, vooral ook omdat je aangeeft dat karperpokken meer een weestands- dan een temperatuurskwestie is(wat je vaak leest maar m.i. niet correct is).
Eén ding vind ik vreemd in je stukje. Je schrijft: “Omdat een virus niet volledig aan de beschrijving van ‘leven’ voldoet (een levend organisme functioneert autonoom en heeft een metabolisme), is het virus niet te bestrijden met antibiotica.”
De link van een virus naar antibiotica begrijp ik niet. Antibiotica zijn een middelen tegen bacteriën en dat zijn wezelijk andere “organismen” van virussen. Wat wil je hiermee zeggen?
Joop
Beste Joop,
ik zie dat je meteen de link legt tussen bacterien en antibiotica.
Dat klopt helemaal want het wordt bijna altijd ingezet tegen bacterien.
In dit geval doelde ik meer op de oorspronkelijke betekenis van antibioticum.
‘ tegen leven’, te omschrijven als een middel om een levend organisme te bestrijden. Ik wilde eigenlijk enkel benadrukken dat een virus geen leven is. En dar stofjes die alleen effect hebben op levende organismen geen vat krijgen op virussen. Geeft dit voldoende antwoord op je vraag?
Groet,
Bardo
Beste Bardo,
In dat geval ben ik het met je eens, maar de term antibiotica kwam (komt) me vreemd over in dit verband. Je had antibiotica dus net zo goed kunnen uitbreiden met, of vervangen door antiparasitica, antimicotica enzovoort. Met andere woorden, je wilde eigenlijk zeggen dat er géén middelen tegen virussen (anders dan vaccinatie of weerstand) zijn? Het leek nu net of je de indruk wekte dat bacteriën en virussen gelijksoortige organismen zijn, maar zo bedoelde je het dus niet.
Duidelijk.
Joop