Wie kent niet de film Finding Nemo? Het verhaal van de kleine clownvis die een groot avontuur beleeft en uiteindelijk weer terugkomt bij vader Marlin. Waar de jongere generatie al veel brutaler is ingesteld en de wereld wil ontdekken, is papa nog stukken voorzichtiger. Hoe komt het dat die nieuwe garde altijd net dat stapje verder durft? Is dit een gevolg van de evolutie óf wordt een dergelijke gedragsverandering toch door omgevingsfactoren beïnvloed?
Als Koi hobbyist zijn er tal van waterwaardes die wij kunnen meten. Een van de meest belangrijke en invloedrijkste uit deze keur aan waarden is wellicht wel de pH. Een pH-crash kan immers desastreuze gevolgen hebben voor de vissen, maar ook summiere schommelingen kunnen aardig wat teweeg brengen. In Nederland heeft de pH van het leidingwater gemiddeld een waarde van 7 tot 8. In Japan is deze lager; daar is een zuurgraad van 6 normaal. Kleine verschillen zou je zeggen, maar niks is minder waar. De pH kent een logaritmische schaal, waarbij elke stap verantwoordelijk is voor een factor 10. Het verschil tussen 6 en 8 is dus namelijk een factor 100 ofwel, water met een zuurgraad van 6 bevat 100x zoveel zuurvormende deeltjes als water met een pH van 8. Geen wonder dus dat een pH-crash zo’n slachtveld kan veroorzaken. Maar wat nu als de pH langzaam verandert?
De pH heeft een logaritmische schaal.En dan kom ik weer terug op Nemo en Marlin. Ecoloog Steve Simpson van de Universiteit van Bristol heeft namelijk bij clownvissen onderzoek gedaan naar de gevolgen van de zuurgraad verandering van zeewater. Sinds de start van de industriële revolutie is er naar schatting 142 miljard ton vrijgekomen CO2 opgelost in de wereldzeeën. Op basis van de tijd die daarvoor nodig is geweest, heeft Simpson een schatting gemaakt van hoe de situatie in 2050 zou kunnen zijn.
Industriële revolutie als veroorzaker van CO2-uitstootAls CO2 oplost in water wordt het zwak zure koolzuur (H2CO3) gevormd waardoor de pH langzaam zal zakken. Op basis van de berekeningen is een zee-aquarium ingericht en daarin zijn jonge clownvissen uitgezet. Waar de clownvis van nature heel schuchter is en dus nooit op geluiden af zal gaan die op gevaar kunnen duiden, lijken de jonge visjes in de testopstelling juist helemaal niets om het gevaar te geven. Ze hebben zelfs de neiging om juist richting de geluiden te zwemmen. Verandering van de pH zou volgens dit onderzoek dus gevolgen kunnen hebben voor het gehoor of misschien wel voor het zenuwstelsel van de vissen.
De Koi komt naar je toe in 2050.Of de resultaten van dit onderzoek reeel vertaald ook daadwerkelijk het geval zullen over iets minder dan 40 jaren blijft altijd gissen. De vis heeft zich door diens lange bestaan zeer adaptief getoond aan het klimaat waarin zij leeft, maar het geeft wel te denken; Als zoiets in onze vijvers maar niet gaat leiden tot kamikaze-Koi die nergens geen kwaad in zien en zo hun eigen ondergang tegemoet zien.… Of ze moeten natuurlijk zoveel lef krijgen dat ze een reiger een draai om de oren komen geven voordat deze toe kan slaan.
1 reactie
Bedankt voor het delen van dit informatieve artikel!