Deel 4 van het interview met Shigeru Mano van Dainichi

Dit is deel vier van het interview met Shigeru Mano van de Dainichi Koi Farm. Waar het in het vorige deel (zie Deel 3b van het interview met Shigeru Mano van Dainichi) van het interview vooral over de opgroei-omstandigheden en waterkwaliteit op de koifarm ging, zal dit deel vooral ingaan op de ouderdieren en kweekcombinaties bij Dainichi.

Klik op onderstaande video voor het vierde deel van het interview met Shigeru Mano.

Gerwin Kiekeboom kwam met een vraag over de oyagoi (ouderdier) Daikon van Dainichi. Daikon is een nieuw ouderdier bij Dainichi en is door broer Hiroshi-san dit voorjaar voor het eerst gebruikt voor de kweek. Hiroshi-san is bedrijfsleider van de tweede Dainichi vestiging en is gevestigd in het zuiden van Japan, in het Toyota-district. Op het moment van het interview waren de nakomelingen van Daikon zo rond de 4-5 cm en kon er nog weinig over de kwaliteit van het jongbroed gezegd worden. Ze (zowel Hiroshi, Futoshi als Shigeru) hebben echter wel een hoge verwachting van de nakomelingen, want Daikon heeft qua lichaamsbouw en kwaliteit van het sumi al een enorme indruk op hen gemaakt. Er wordt dan ook heel erg gehoopt dat deze eigenschappen weer gaan terugkomen in de nakomelingen. Daikon betekent trouwens letterlijk Japanse radijs en ze is zo genoemd, omdat ze precies zo een lichaamsbouw heeft.

Zie onderstaande video van Daikon met Hiroshi Mano aan het woord:

De volgende vraag gaat over het grootste Showa ouderdier van Dainichi. Dit is Gachapin, welke precies 100 cm is. Het meest opmerkelijke is dat deze vis, met haar 12 jaar, nog steeds groeit! Ze wordt al 6 jaar op de farm gebruikt als oyagoi. Een bekende nakomeling is een mannelijke Showa die op de All Japan Show de 60 Bu Kokugyo prijs won. Deze vis is dit jaar ook gebruikt voor de kweek bij Dainichi. Daarnaast zijn er ook meerdere nakomelingen van Gachapin die nu als ouderdier op de farm dienen. Sakura, de winnaar van de All Japan Show van 2007, wordt nu ook gebruikt als ouderdier. Dit seizoen was het vierde seizoen dat ze werd gebruikt. een van de nakomelingen van Gachapin, Gachapin Junior (een Showa), is dit jaar gebruikt als vrouwelijk ouderdier en gekruist met een mannelijke Kohaku welke afstamt van X-Junior, een bekende Kohaku welke als ouderdier bij Dainichi heeft gediend. Ze willen hiermee een nieuwe Showa–bloedlijn opzetten. Wat voor soort bloedlijn hiermee zal ontstaan is echter nog onduidelijk. De beste eigenschappen van X-Junior nakomelingen zijn de sterke groei en de gespierde lichaamsbouw. De Gachapin-bloedlijn groeit ook goed en daarnaast is de kwaliteit van het sumi ook erg goed. Het is nog even afwachten hoe het sumi en beni zich zal gaan ontwikkelen bij de nakomelingen. Wanneer deze tegenvalt, zal er volgend jaar weer een andere ouderdiercombinatie worden geprobeerd.

Een volgende vraag gaat over de natuurlijke kweek bij Dainichi. Er wordt alleen natuurlijk gekweekt bij Dainichi en niet kunstmatig. Dit komt vooral door de tegenvallende resultaten die zij ooit hadden toen men een jaar de kunstmatige kweek (ook wel Jinko genoemd) probeerde. Daarnaast is het erg vermoeiend voor de werknemers om kunstmatig te kweken, omdat je de hele nacht wakker moet blijven om op het juiste moment het kuit af te strijken bij het vrouwelijke ouderdier. Voor meer informatie over de kunstmatige kweek, zie het blog Jinko (zie Jinko Time). Dainichi heeft simpelweg betere resultaten geboekt met de natuurlijke kweek.

Dit was deel vier van het interview, volgende week zal deel vijf, het laatste deel van interview, worden gepubliceerd.