Verspreid over het noorden van Japan, vind je twee dozijn aan gemummificeerde Japanse monniken, beter bekend als Sokushinbutsu. Zij waren volgers van van het zogenaamde Shugendo, een eeuwenoude vorm van Boeddhisme die er een vreemde vorm van behoudendheid op nahielden. De monniken stierven temidden van een ultieme daad van zelfontkenning. Schattingen van deze zelf gemummificeerde priesters in Japan, variëren van 16 tot 24 priesters in aantal. Alhoewel dit aantal misschien al indrukwekkend is op zichzelf, zijn er velen meer die getracht hebben zichzelf te mummificeren. 1000 Dagen (drie jaren) lang aten de priesters een speciaal dieet dat enkel bestond uit noten en zaden, terwijl zij zich tegelijkertijd onderworpen aan een rigoureus regime van fysieke activiteit die hen ontdeden van al het lichaamsvet…
In de volgende drie opeenvolgende jaren aten zij alleen nog maar boomschors en wortels en begonnen met het drinken van een giftige thee dat gemaakt werd van de sappen van de Urishi boom, dat Urushi-olie bevat. Dit zorgde ervoor dat de priesters moesten braken en erg snel al hun lichaamsvocht kwijt raakten doormiddel van diarree. Verder zorgde dit ervoor dat hun lichaam oneetbaar zou verworden voor ondermeer maden omdat het voor een hoog gehalte aan arsenicum in het lichaam zorgde. Uiteindelijk sloot zo een zelf mummificerende priester zich op in een stenen tombe dat nauwelijks groter was dan zijn lichaam, zodat hij werd opgesloten in zijn lotushouding. De enige verbinding met de buitenwereld was een luchtbuisje en een bel. Elke dag luidde de priester de bel om aan de buitenstaanders te laten weten dat hij nog in leven was. Wanneer de bel dan op een dag niet meer luidde, werd het luchtbuisje verwijderd en de tombe verzegeld.
‘alvorens er een ongelukkige monnik werd aangewezen de tombe te openen’
Zoals je kunt zien is het proces van zelf-mummificatie een lange en extreem pijnlijk proces dat een meesterlijke zelfbeheersing vergt waarbij alle lichamelijke sensatie volledig werd ontkend. Deze self-made mummies worden beschouwd als mensen die het respect dat hen werd toevertrouwd volledig verdienen, omdat zij de lering van Het Japanse Shingon Boeddhisme illustreren. Niet alle monniken die geprobeerd hebben zichzelf te mummificeren slaagden daarin, maar voor degen die dit wel volbrachten wachtte eeuwige roem. Wederom duizend dagen werd er gewacht na verwijdering van de luchtbuis alvorens er een ongelukkige monnik werd aangewezen de tombe te openen. Verreweg de meeste waren alsnog weggerot, maar wanneer de zelfoffering was gelukt dan werden deze priesters verheven tot de status van Boeddha en werden tentoongesteld en onderhouden door hun volgers.
De Japanse overheid heeft het Sokushunbutsu verbannen aan het einde van de 19e eeuw, alhoewel het in de 20e eeuw nog immer werd gepraktiseerd. De zelf mummificatie, dat in feite een vorm van zelfdoding is, moest wel verboden worden om Boeddhisten ervan te weerhouden zichzelf op deze wijze te offeren.
Het is een vreemde gewaarwording deze monniken te aanschouwen en te weten dat zij letterlijk eeuwenoud zijn. Zelf heb ik deze ambitie niet en denkend aan de lange lijdensweg voordat je jezelf uithongert is eigenlijk walgelijk, maar tegelijkertijd is het hele gedachtengoed en dit offer wel een ultieme daad van zelfloosheid, een der belangrijkste pijlers van het Boeddhisme, en daarmee eigenlijk ook wel weer achtenswaardig. Japan en haar immer mysterieuze cultuur, niet altijd even benijdenswaardig, maar zeer zeker wel intrigerend…
bron: diverse internetbronnen