Het biologische gedeelte van een filter kan in een kleinere ruimte gerealiseerd worden dan pakweg zo’n 15 jaar geleden. Als je 15 jaar geleden een grote vijver bouwde van bijvoorbeeld 30 kuub, dan had je waarschijnlijk ook een paar grote meerkamerfilters staan met veel matten. De matten werden zowel belucht als onbelucht. Nu zie ik combifilters of tricklefilters die veel kleiner zijn. Waarom kan de filter kleiner zijn dan vroeger? Het antwoord op deze vraag vergt wat ruimtelijk inzicht.
Veel zuurstof in de filter is belangrijk voor de afbreuk van giftige stoffen.
De meeste bacteriën die wij willen ‘kweken’ in ons filter zijn niet vrij zwemmend maar plakken zich aan de rand. Hoe meer ‘rand’ je hebt hoe meer bacteriën je kunt huisvesten. Vandaar dat je het over oppervlaktes hebt bij filtermateriaal en niet over volume of inhoud.
Even uitgelegd aan de hand van tweedimensionaal beeld en daarna driedimensionaal.
Stel je hebt 2 weilanden en wilt het omheinen met prikkeldraad.
Boer Jan heeft een kleiner weiland, maar als hij een prikkeldraad gaat plaatsen heeft hij meer prikkeldraad nodig! Blijkbaar is het dus mogelijk om een kleiner oppervlakte te hebben, maar een grotere omtrek.
Als ik dit nu eens vertaal naar een driedimensionaal beeld. Hiervoor geldt hetzelfde. Het is mogelijk om een kleiner volume te hebben, maar een groter oppervlak.
Blok 2 heeft een veel groter oppervlakte dan blok 1. Zou je ze moeten verven dan heb je voor blok 2 meer verf nodig. Deze verflaag noemen we vanaf nu de biofilm. Een biofilm is een dunne laag in de filter en hierin verblijven de bacteriën. Blok 2 heeft meer ruimte voor biofilm en dus plek voor meer bacteriën.
Een veel gebruikt filtermedium K1. Zo’n 63% van het oppervlak is beschermd en blijft onbeschadigd.
Nu lees je bij sommige filtermaterialen over beschermd oppervlak. Ontwikkeling staat niet stil en er worden steeds idealere omstandigheden gecreëerd voor de bacteriën. Veel zuurstof in de filter is belangrijk voor de afbreuk van giftige stoffen. In een bewegend bed beweegt het materiaal (Kaldness, Biocarrier, Helix, Mutag) constant in een mix van luchtbellen en water.
De korrels botsen constant tegen elkaar aan. Elke keer als ze botsen beschadig je de buitenkant een beetje. De biofilm beschadigt dan ook. Het beschermde oppervlakte wordt nooit geraakt. Het beschermde oppervlak is hieronder groen gekleurd.
Hoe meer beschermd oppervlak hoe beter.
Bij beluchte matten als biologisch filter is het beschermde oppervlakte iets minder belangrijk, omdat ze niet bewegen en dus niet botsen. Het voordeel van het botsen van het bewegend bed materiaal is dat het beter in contact komt met de lucht en dat het niet verstopt met vuil. Als filtermateriaal wel verstopt met vuil dan moet je het schoonmaken en met schoonmaken zou je de biofilm kunnen beschadigen.
Ontwikkelingen gaan snel. Een veel gebruikt filtermedium K1. Zo’n 63% van het oppervlak is beschermd en blijft onbeschadigd. Het nieuwste materiaal, Mutag, schijnt nog meer (beschermd) oppervlak te hebben.
Conclusie is dat filters steeds kleiner kunnen worden omdat techniek en ontwikkeling ervoor heeft gezorgd dat we op filtermateriaal meer oppervlakte kunnen maken. Je visbezetting en voergedrag bepalen hoeveel bacteriën je nodig hebt. Meer oppervlakte zorgt voor meer biofilm, oftewel de huisvesting voor de vele bacteriën.
Wist je dat je een bewegend bed ook in kan draaien voordat je het gaat gebruiken. Lees daarvoor het artikel:
https://oud.koiquestion.com/nl/2016/04/18/bewegend-bed-is-nog-meteen-rijp/