Vandaag hadden we het geluk om in Polen bij Yoshikigoi Farm en Jos Aben mee te mogen kijken bij de eerste senbetsu (selectie) van enkele vijvers, waaronder onder andere Yamabuki, (geschubde) Hariwake, Yuki Asagi, Kujaku, Showa en Ochiba Shigure rondzwommen. Waar Engel al eerder een uitgebreide intro schreef over de reis en het gevoel (naar) hier, zal ik je wat meer informeren over de reden waarom we hier zijn: de Koi en de ontwikkeling ervan :).
De focus bij de eerste vijver van vandaag lag op de selectie van Yamabuki en Hariwake; beide nakomelingen van eenzelfde kweek. Vakkundig werd de vijver in enkele minuten afgesleept, zodat er gelijk aan de selectie begonnen kon worden. Naar eigen zeggen had Jos maar 25 gram jongbroed in de vijver gezet. Wanneer je ervan uitgaat dat er 700-800 eitjes (van een karper/Koi) in 1 gram gaan, dan zouden er in theorie maximaal 20.000 vissen zijn, maar waarschijnlijker is het een kwart hiervan; zeg 5.000 stuks ( i.v.m. het toenemende gewicht van de eitjes en vervolgens de vissen na de bevruchting).
Maar goed, de Yamabuki en Hariwake meetten zo rond de 4 cm gemiddeld en blonken uit qua glans en pigmentatie. Het was de kunst om – wanneer je het over de Yamabuki hebt – het zijde van het kantoen (bij wijze van spreken) te scheiden. Belangrijkste selectiecriterium was dus de glans, wat voor een ongeoefend oog niet makkelijk te onderscheiden is. Met een scherpe blik vloog Jos in no-time door de selectiebak heen en ook ik hielp een handje mee.