
Mijn visite bij Bram en Dainichi was in de zomer, de tijd waarin de eerste senbetsu worden gedaan. Waar Bram nu de meest fantastische Dainichi Showa uit de mudpounds vist, was ik getuige van het boven water halen van Koi van zo’n twee centimeter. Maar ik mag natuurlijk niet klagen. Er zijn niet heel veel mensen die met hun blote voetjes tussen duizenden Dainichi Koi hebben gestaan…
Mijn eerste dag bij Dainichi begon vroeg. Om half vijf stond ik naast mijn bed om er getuige van te zijn hoe Bram ‘zijn’ Koi voerde. Het was moeilijk een glimp op te vangen van de kleine Koi, ze zitten tenslotte in een mudpound, maar toch kon je zien dat ze op jonge leeftijd al weten waar ze moeten zijn om eten te krijgen. Daar waar het voer in het water was gegooid krioelde het al snel van de Koi.

Na even de kroost van Bram te hebben bestudeerd was het tijd om echt aan het werk te gaan en naar de mudpounds te rijden. Het werk van die dag: leegvissen van de mudpounds zodat de jonge Koi konden worden geselecteerd en de toekomstige toppers weer konden worden uitgezet. Dat houdt dus in met grote sleepnetten door de mudpounds. Nu ben ik niet iemand die de hele dag met haar handen in de zakken gaat staan toekijken hoe anderen het werk doen. Trouwens het is ook veel te leuk om zelf mee te helpen. Dus na eerst even te hebben toegekeken hoe het moet heb ik mezelf in mijn Dainichi zwembroek gehesen en ben de mudpounds ingestapt. Gelukkig ben ik niet bang voor insecten en andere krioelende beestjes, want de Koi zijn zeker niet de enige bewoners van de mudpounds.


Het was erg warm weer die dag, zo rond de 35 graden met een hoge luchtvochtigheid, dus wel lekker om in het water te staan. Ik heb mijn uiterste best gedaan om op een juiste manier aan het sleepnet te trekken. Erg moeilijk is het niet, maar je moet er even een handigheid in krijgen. De werknemers van Dainichi vonden het volgens mij wel grappig dat ik graag mee wilde helpen. Want wie gaat er nu voor de lol in een mudpound staan en de hele dag sleepnetten er door heen trekken. Daar kwam nog bij kijken dat ik een vrouw ben en die zien ze nooit in de mudpound, dus dat leverde natuurlijk een aantal grapjes op. Maar goed, ik vond het fantastich om tussen zoveel kleine Koi te staan en waar misschien wel een toekomstige grand champion tussen zwemt. Daarnaast was het natuurlijk leerzaam om mee te kijken met de senbetsu en te zien waar je op moeten letten bij het selecteren van de juiste Koi. Zelfs bij de kleine Koi kun je al goed de verschillen zien tussen een Sanke en een Showa.
Na met z’n allen de ene mudpound na de andere te hebben leeggesleept was onze werkdag ten einde (tenminste voor ons, de rest werkte nog even door) toen Bram mij meenam om een rondje rijden door de Niigata. De omgeving is geweldig en vanaf sommige punten heb je een erg mooi uitzicht over de vele mudpounds.

Na een kort nachtje slapen stond ik wederom om tijd naast mijn bed. Nadat Bram de Koi had gevoerd was het weer tijd om richting de mudpounds te vertrekken. De eerste mudpound heb ik even laten schieten en heb even staan toekijken. Het was echter beter geweest om wel het water in te duiken, want staande langs de waterkant was ik de ideale prooi voor muggen. Kortom ik werd helemaal lekgeprikt. Bij de mudpunds die volgden was ik echter wel weer van de partij en stond ik weer met m’n teentjes in de modder tussen de Koi. Aan het begin van de middag waren alle mudpounds die op de planning stonden leeggevist en gingen we terug naar het koihuis. Daar waren ze bezig met de eerste selectie van Koi van een paar dagen oud. Die selectie is niet heel moeilijk, omdat de lichte van de donkere koi moeten worden gescheiden. Dat was voor mij ook prima te doen dus hielp ik een handje mee.

Aan het einde van de dag was het helaas tijd voor mij om de Niigata te verlaten en werd ik door Bram op de trein naar Tokio gezet. Het was fantastich om twee dagen mee te lopen met Bram en zijn werkzaamheden bij Dainichi. Het is erg leerzaam om van dichtbij te zien wat er allemaal bij komt kijken om Koi van zulke kwaliteit te kweken. Het is vooral erg hard werken. Stiekum vond ik het toch een beetje jammer dat ik er niet was tijdens de ikeage, maar wie het kleine niet eert is het grote niet weerd…