Het is vrijdag 25 september. Wederom heb ik een dag vrij genomen ter besteding aan mijn hobby. Ditmaal zal ik voor het eerst een bezoek brengen aan een Koifarm. In Japan zeker, nee, echt niet. De bestemming is Polen, Chocin om precies te zijn. Circa 2 uur rijden (Polish style) van Warschau af.

Ik heb het dan natuurlijk over de Yoshikigoi Yorio, oftewel Yoshikigoi Koifarm. Engel was uitgenodigd er een bezoekje te brengen en vroeg me om mee te gaan. Daar zeg ik natuurlijk geen nee tegen. Bas en Tiebo werden ook opgetrommeld en zo kwamen de boys bijeen bij vliegveld Eindhoven. Nadat Tiebo 5 minuten voor boarding zijn zwarte koptelefoon had uitgezocht (waarom geen rode?) togen we af naar Polen. Na een rustige vlucht werden we opgewacht door onze chauffeur. De beste man kon geen woord Engels, maar het leek me wel ok. Na een twee uur durende autorit ,inclusief breaktest bij 130 kilometer per uur, kwamen we aan bij de villa waar we het komende weekend zouden verblijven.
De derde man bleek inderdaad Peter Waddington te zijn
We worden hartelijk begroet door Ernst en Jos en er stond nog een andere kerel bij. Ik meende hem te herkennen, maar zeker weten doe ik dat niet in het donker. Toch bleken mijn ogen me niet te bedriegen, want de derde man bleek inderdaad Peter Waddington te zijn. Ik vroeg me meteen af wat juist hem hier brengt. Bij binnenkomst viel meteen een warme deken over ons heen, of dat kwam door de wodka en het feit dat we al 7 uur niets gegeten hadden. Er werden heerlijke pizza`s voor ons aangerukt en Tommie stond erop dat ik de saus zou proberen. Klaarblijkelijk gooien ze in Polen ook nog eens extra tomaten- en knoflooksaus over de pizza en ik moet zeggen, smaken deed het zeker.
Een groep Duitse hobbyisten was ook onderdeel van het gezelschap en al snel kwamen de discussies los over ons favoriete onderwerp. Die avond vroeg ik Peter wat het was dat hem hier bracht. De beste man had immers alles al wel een keer gezien wat Koi betreft. Hij vertelde me dat hij op geen enkele andere Koifarm een dergelijk breed aanbod aan variëteiten heeft gezien van deze kwaliteit. Vele Japanse kwekers specialiseren zich enkel op Gosanke, op enkele niche kwekers na zoals bijvoorbeeld Choguro of Omosako. Alhoewel de laatstgenoemden al enkele jaren hun variëteitenpallet aan het verbreden zijn. Peter vertelde me dat hij op de Yoshikigoi Koifarm een Showa had gezien met een uitmuntend sumi. Al met al verhoogde dit wel mijn verwachtingspatroon voor de volgende morgen .
Na een goed ontbijt togen we naar de mudponds om een ronde te doen en de Koi tijdens het voeren aan een vluchtige inspectie te onderwerpen. In de troebele zweem van de mudponds deden variëteiten als beni kikokuryu, yuki asagi en shiro utsuri ons afvragen hoe deze exemplaren er in helder water uit zouden moeten zien. In tegenstelling zijn de Mudponds op deze farm rechthoekiger en qua opzet niet zo idyllisch, zoals we dit van Japan gewend zijn.
Het water is voor wat betreft gezamenlijke hardheid en alkaliniteit vergelijkbaar met dat wat ik in mijn buurt tegenkom
Op de farm wordt gebruik gemaakt van onbehandeld bronwater om de mudponds te vullen. Op navraag bleek het water vrij van ijzer en ammonium te zijn, waardoor bronwaterbehandeling niet noodzakelijk is. Een geluk bij een noodzaak, aangezien de farm aanzienlijke hoeveelheden bronwater verpompt en dit op het gebied van energie alsnog een substantiële kostenpost is. Het water is voor wat betreft gezamenlijke hardheid en alkaliniteit vergelijkbaar met dat wat ik in mijn buurt tegenkom. Een overeenkomst in deze parameters tussen thuis en hier op de farm is natuurlijk mooi meegenomen gelet op de stabiliteit van patronen. Alle mudponds zijn overspannen met draden en worden in een drie ploegendienst voorzien van voer. Er is eigenlijk geen moment dat er geen voer op het wateroppervlak te vinden is, zodat iedere Koi rustig de benodigde hoeveelheid tot zich kan nemen.

Eenmaal in het Koihuis aanbeland kregen we een mooie selectie tosai kohaku, goshiki, beni kumonryu en kikokuryu voorgeschoteld. Erg mooi en shiny allemaal, maar dat zijn tosai vaak. Ik zou wel eens wat oudere vissen willen zien en zo geschiedde. Ik heb me zwaar verwonderd over de kwaliteit van de shiro utsuri op de farm. De inbreng van matsukawabake bloed heeft erin geresulteerd dat Jos shiro produceert waarvan het patroon zich snel openbaart en relatief gezien stabiel blijft.

Deze ‘what you see is what you get’ eigenschap zorgt ervoor dat de ongeschikte exemplaren al vroeg eruit kunnen worden gepikt, waardoor de beschikbare hulpbronnen in de vorm van water, voer, energie en aandacht efficiënt kunnen worden ingezet. De video van de kashira op dat moment in het bassin hebben jullie allemaal reeds kunnen bewonderen en ik denk dat jullie het wel met me eens zijn dat op basis van deze informatie je niet enkel meer in het verre Oosten hoeft te kijken om in het bezit te komen van hoogwaardige shiro utsuri met groot ontwikkelingspotentieel.

Ook de nisai Showa zijn om te smullen qua huid, alhoewel ik er qua body nog wel verbeterpunten in zie. Het sumi is ook op de Showa van ongeëvenaarde klasse door de inbreng van…. U raadt het al, matsukawabake bloed. Als de bouw nog net ietsje langgerekter zou zijn, dan zou het helemaal super zijn.
De metallic variëteiten zijn eveneens van zeer hoge klasse
De veelbesproken Showa zou inderdaad op de show niet in de prijzen vallen, maar heeft wel een zwaar indrukwekkende sumi kwaliteit. De metallic variëteiten zijn eveneens van zeer hoge klasse, maar een variëteit die mij enorm intrigeert op de farm is de doitsu kuro ochiba, althans, die naam heb ik aan deze geziene doitsu ochiba gegeven met een zwart / donkerpaars patroon op een basis van donkergrijs. Een geniale kleurencombinatie.

In de tunnels achter het koihuis valt mij tussen de doitsu kuro ochiba en diverse hikari moyo variëteiten een prachtige doitsu sanke op, of toch beni kumonryu. Het verschil is soms vaag. Ik vind dit wel een mooi visje voor Engel, die over de vis informeert bij Jos. Op dat moment laat ik het maar even. Vaak vind ik het leuk om Koi voor een ander uit te zoeken, maar kan daarbij soms net ietsje te enthousiast worden. De waterkwaliteit in de bakken wordt zorgvuldig gemonitord en het viel me op dat ik niet een vis heb zien zwemmen die enig teken van ongemak vertoonde.
Dat zie je in Japan wel anders
Dat zie je in Japan wel anders. Zelfs op de diverse dvd`s zie je wel eens Koi zwemmen die even wat minder in hun schubbenjasje zitten. Die avond barstte na een heerlijk diner een mooie discussie los over bloedlijnen versus kwekerslijnen. Het moraal van het verhaal: We bedoelen beiden hetzelfde, aangezien een Koi geen raszuiver dier is, en daarmee in de filosofie van Jos je niet van een bloedlijn kunt spreken, aangezien een bloedlijn wordt geassocieerd met raszuiverheid. Dit is een Koi niet en daarom praten we over een kweeklijn. Een lijn afkomstig van een bepaalde kweker met karakteristieken die zich in de lijn der verwachting tot uiting zullen brengen in het nageslacht. Lettende op type huidkwaliteit, huidconditie versus leeftijd, patroonontwikkeling enzovoort. De volgende morgen volgde wederom een mooie discussie, maar dan met Peter Waddington over zijn ERIC filtratie concept. De blog hierover houden jullie nog tegoed. Na enkele oudere dieren te hebben geïnspecteerd die spoedig hun aanstalte gaan maken in de showscene, was het alweer tijd om afscheid te nemen. Een ding weet ik zeker, ik zou hier graag nog een keer willen terugkeren.

Jos en Ernst nog hartelijk dank voor deze onvergetelijke ervaring en ik zal het gekregen boek nauwkeurig bestuderen.