In de handel zijn allerlei vissoorten te koop die je naast koi zou kunnen houden. Nu het vervolg van de karperachtigen die je ook veel in vijvers tegenkomt. Sommige van deze soorten hebben in Nederland en elders al voor veel schade gezorgd in het wild. Iets waar elke hobbyist rekening mee zou moeten houden. Desalniettemin kun je natuurlijk veel plezier beleven aan deze soorten in een vijver! De soorten die nu aan bod komen zijn: goudvoorn, dikkopelrits, en een aantal uit China afkomstige “karpers”.
De goudvoorn is een oranje variant van de gewone ruisvoorn. Ook een echte scholenvis die zich thuisvoelt in dichtbegroeid stilstaand water. Ze voeden zich voornamelijk met insecten en zooplankton. Goudvoorns worden niet zo groot, ongeveer 40 cm maximaal. Als de omstandigheden goed zijn kunnen ze zich ook razendsnel voortplanten, vergelijkbaar met goudvissen. Het is een erg levendige vis die daardoor misschien de Koi wat onrustig kan maken. Koi en Goudvoorns kunnen verder prima met elkaar overweg!

De Goudelrits wordt ook wel gouden lisa genoemd. Dit is een kweekvariant van de uit de VS afkomstige dikkopelrits. (Dus niet van de inheemse elrits, die beschermd is en dus niet zomaar gekweekt mag worden.) Dit is een klein blijvend visje die het liefst in een grote school zwemt. Als je enkele exemplaren hebt, zijn deze meestal geen lang leven beschoren. Ze planten zich echt snel voort als ze zich thuis voelen, het lijken net guppies in dat opzicht! In afgesloten water kunnen ze zich massaal voortplanten. In Nederland is bijvoorbeeld al een vijver leeggepompt omdat het vergeven was van dikkopelritsen. In zo’n situatie kunnen ze dus een negatieve invloed hebben op de inheemse flora en fauna. De soort gaat prima samen met andere soorten, en zijn meestal te snel om opgegeten te worden. Behalve bij echte rovers, bijvoorbeeld windes of zonnebaarzen.

Bij veel koi liefhebbers zwemt ook een of meerdere graskarpers rond. Veelal aangekocht als algenverwijderaars en na verloop van tijd uitgegroeid tot behoorlijke afmetingen. Er is zowel een wildkleur als albino variant in de handel verkrijgbaar. In Frankrijk noemen ze deze vis dan ook ‘amour blanc’ vanwege zijn lichtgrijze gracieuze voorkomen. Graskarper is van nature een herbivoor. Maar de gekweekte vissen weten het gewone koivoer ook snel te waarderen. Als jonge vis eten ze veel draadalg en ander fijn plantaardig materiaal. Later hebben ze meer behoefte aan grotere waterplanten: waterpest, fonteinkruid, riet en waterlelies. In een kleine vijver is dan ook snel alles opgegeten. De combinatie graskarper – waterplanten is dus geen gunstige… Met Koi is de vis goed te houden, het is een rustige soms wat schuwe verschijning die zijn eigen gang gaat. In het Nederlandse klimaat is het voor een graskarper bijna onmogelijk om zich voort te planten.

De zilverkarper en de grootkopkarper bespreek ik tegelijk aangezien ze in uiterlijk en gedrag erg veel op elkaar lijken. Net als graskarper komen ze oorspronkelijk uit Chinese riviersystemen, waar ze zeker als jonge vis enorme scholen vormen. Stroming kunnen ze dan ook erg op prijs stellen. Beide soorten zijn filterfeeders. Met de binnenkant van hun kieuwbogen vangen ze voedseldeeltjes op die ze daarna kunnen doorslikken. Grootkopkarpers kunnen meer dan 1,5 meter lang worden. Niet geschikt voor kleine vijvers. Het voornaamste verschil tussen de twee is dat zilverkarper zich voedt met fytoplankton (algen) en grootkopkarper vooral met zooplankton (watervlooien en andere kreeftachtigen). In de handel kom je ook kruisingen tegen van zilverkarper x grootkopkarper. Op die manier is een hybride verkregen die zoveel fyto- als zooplankton eet. Filterfeeders in een tuinvijver geeft meestal problemen. Enerzijds zullen zulke vissen snel verhongeren wegens voedselgebrek, anderzijds zal het water met veel zweefalg amper helderder worden omdat een groot deel van het voedsel het darmstelsel onverteerd weer verlaat. Net als graskarper hebben beide soorten warme temperaturen nodig icm net hoge waterstanden. Dus voortplanting in Nederland zal niet snel gebeuren.

De Chinese zuigkarper is relatief nieuw op de markt. Deze subtropische vis werd vooral als aquariumvis aangeboden, maar nu is gebleken dat hij het ook prima in tuinvijvers doet. Persoonlijk vind ik het een erg mooie vis, maar wel eentje met gebruiksaanwijzing. Chinese zuigkarpers hebben liefst veel stroming en niet te laag zuurstofgehalte. De hele dag knabbelen ze aan draadalgen en wandbegroeiing op zoek naar muggelarven, vlokreeftjes en andere kleine voedseldiertjes. Zeker in een wat kleinere vijver dienen ze bijgevoerd te worden. Qua voedselopname zijn ze nog moeilijker dan zeelt, dus zorg bij voorkeur een aparte voerplek met fijn zinkend voer. Ze worden ook nog eens behoorlijk groot, tot ruim boven de meter!

Tot zover de karperachtigen, volgende keer zijn de overige vissen (steur, zonnebaars etc.) aan de beurt!
2 reacties
Grappig te leze van die chinese zuigkarper. Zou ik die ook in kunne zetten voor t kort houden van mn draadalgen of zou die toch voor de makkelijke weg gaan en alleen korrelvoer gaan eten?
Hoi Jesper,
de chinese zuigkarper (Myxocyrpinus asiaticus in de aquariumhandel) scharrelt echt tussen de algen. Ongetwijfeld zullen er stukjes alg opgegeten worden, maar een echte algeneter is het niet. Vooral larfjes en zo lusten ze heel graag. Zodra ze korrelvoer en zo voorgeschoteld krijgen zullen ze ook daarvan eten. Kleine graskarper eet wel veel draad/baardalg van de vijverranden, betere optie wat dat betreft.