Kleine Showa worden (snel) groot
Onverstoorbaar groeien zij door temidden van de bevingen in de provincie. Koicentrum Noord Nederland startte vorig jaar, na de bouw van hun opgroeivijver, met hun Momotaro Grow Challenge waarvan wij verslag deden tijdens zowel de lancering op een zondag als de ikeage afgelopen herfst. Alle deelnemers hebben destijds besloten hun Koi verder te laten groeien onder zorg van Luc en Wiejanne, dat op deze dag reeds een succesverhaal bleek.
Geen slechte keus, want met de goede groeicijfers en een gecontinueerde verwarming van het verblijf komen de Japanse zuiderlingen in het Nederlandse noorden niets tekort. Over enkele weken op 17 april zal een meet- en ophaaldag worden georganiseerd en zullen we het uiteindelijke resultaat van de ontwikkeling kunnen tonen. Aanstaande woensdag vertrekt de dealer uit de studentenstad wederom naar Japan teneinde een vervolg te geven aan het succes van deze grow-out voor een tweede editie.
Voor nu willen we de ontwikkeling van enkele vissen even doornemen. Wellicht kun je er ervaring en referentiekader mee opdoen zodat je bepaalde tendensen in de ontwikkeling van met name Showa krijgt. Wees er zeker van ook de recente video onderaan even te bekijken die de vissen meer eer aan doet dan de foto’s:
Deze Momotaro Showa beschikte reeds op de eerste dag een sterk voorkomen. De met name krachtige voorbouw van de Koi, een lange neus en grote staart wekten reeds de indruk dat deze Koi een goede groeier kon zijn. Maar het kan ook een valkuil zijn. Door de iets hogere rug in vergelijk met diens broers en zussen zou je kunnen stellen dat er door de massa minder ruimte is voor de lengtebouw. Het sumi op de Koi toont zich aanwezig en dominant, veel zwaarder voor dan achter, maar in balans desniettemin.
Dit maakt de schoonheid van de Koi echter ook meteen tot een kritisch punt
De Koi bleek inderdaad een goede groeier en met reeds 53 centimeter in oktober – dat betekent 17 centimeter groei in een half jaar tijd – een nog grotere belofte dan voorheen. Wat zichtbaar is verbeterd is de bouw. Was de ozutsu – het staartdeel – aanvankelijk nog wat bescheiden, inmiddels weet deze zich aardig te verhouden en is de taiko – hoogte van de rug – zich uitgestrekt over de lengte. Het patroon wordt duidelijker aantrekkelijker doordat vooral het patroon op het staartdeel meer bovenop is komen te liggen. Dit maakt de schoonheid van de Koi echter ook meteen tot een kritisch punt. Door de losse hi patronen kent de Koi ontzettend veel sashi en kiwa– gebied waarmee het mis kan gaan wanneer de Koi groeit. Het sumi laat zich goed voorspellen en komt stabiel op. De Koi zal nog veel schoner worden en verder groeien tot naar verwachting tegen de 60 centimeter als ake-nisai in april van dit jaar. Deze waarschijnlijk mannelijke Koi toont een typisch sumi trekje van Momotaro, namelijk het gebaande sumi dat vanaf de voorzijde van de rugvin naar beneden loopt. Een uiterlijk trekje dat ik inmiddels enige keren voorbij heb zien komen bij Koi van Momotaro uit waarschijnlijk de Lion Queen bloedlijn. Deze Koi is anderhalve decimeter gegroeid en ook dat is zeer respectabel. Het verschil in de lengtebouw is goed te zien op de foto. Al het andere is behoorlijk stabiel gebleven. Opmerkelijk is natuurlijk de mooie odome die de Koi kent. Het patroon stopt namelijk mooi voor de staartvin waardoor deze optisch extra groot en krachtig oogt. Het hi is uberhaupt geen naïef kenmerk van deze Koi; denk je het sumi weg dan blijft er een uitstekende Kohaku over.
Show-technisch zou ze er wel charmanter van worden
Het is echter ook opvallend dat er zich geen sumi op het hoofd bevind. We zien op de eerste foto wel duidelijk een onderliggend sumi (aoji) als een blauwe plek op de neus en met dat in gedachten lukt het jezelfs dit ook te herkennen op de tweede foto, maar of er daadwerkelijk nog sumi op het hoofd zal komen is een avontuur met deze Showa. Show-technisch zou ze er wel charmanter van worden.
Menware is nou net waar deze Showa niet om verlegen zit. Waar het zich op de eerste foto nog op het hele linker helft van het hoofd toelegt, is het nu wat meer samengetrokken en ontstaat die typische tekening dat het hoofd in twee helften verdeeld. We blijven even bij het sumi want we zien dat dit zich in de borstvinnen, waar het motoguru heet bij een Showa, zich ook langzaam is gaan samentrekken. dat zien we ook op de body en vooral op de linkerhelft, voor de Koi rechts zijn de grijze vlekken verworden tot kleinere intense zwarte patronen.
Dit is interessante kennis om mee te nemen
Het kwaliteit van het sumi si dan ook uistekend. In het heel staartdeel is geen lichtpuntje te zien en dat bedoelen wij niet somber. Neem even in ogenschouw dat deze Showa gewoon 20 centimeter is gegroeid in een half jaar en bekijk ook hoe het sashi van het eerste patroon eerst nog ‘hobbelde’ en nu heel mooi rond loopt. Dit is interessante kennis om mee te nemen en te vergelijken met andere Koi in deze bloedlijn. Wellicht zie je herkenningspunten die je helpen in de toekomst betere keuzes te maken. Sterke bouw en de verhoudingen lijken nog beter dan toen. Als je kritisch moet zijn dan zie je show-technisch liever ook shiroji en hi op het staartdeel, maar het maakt deze vis juist uniek. Nog zeker niet gefinisht.
Dat het ook tegengesteld kan zijn zien we bij deze Showa. Deze lijkt wel langzamerhand te transformeren in een Kohaku. Dat zal niet gaan gebeuren, maar de vis zal ook niet veel extra sumi gaan ontwikkelen. Het is heel normaal bij showa dat wanneer zij nisai zijn het zwart eerst weg trekt om een jaar later sterker terug te komen. Ik zie dit veel vaker en wat de oorzaak hiervan is durf ik niet te zeggen. Wellicht heeft het te maken met het opgroeien van de Koi en het verloop van het hormonaal stelsel. Ondanks het weinige sumi is het beslist geen onaantrekkelijke Showa. Vonden we bij de voorgaande Showa eentje zonder sumi op het hoofd en teveel op het staartdeel, zo vinden we bij deze wel sumi, hi en shiroji op zowel het hoofd, de body en het staartdeel. Het Kohaku patroon is erg appetijtelijk en wanneer de sumi spot naast de rugvin terugkomt en van heel goede kwaliteit zal zijn, kon dit zomaar eens een pareltje worden. En weer moet ik zeggen dat de groeiresultaten verbluffend zijn. Ik was er zelf bij op beide meetdagen dus weet dat het klopt en ik ben benieuwd naar de Koi in April wanneer de hobbyisten ze ophalen.
Deze Showa is er eentje in de categorie erg beloftevol. Dat uit zich met name in de huidkwaliteit zoals zichtbaar door de vele glinsteringen die nog erg nadrukkelijk aanwezig zijn, maar ook de andere factoren zeggen mij dat deze Koi nog boordevol potentie zit. Je zou onmiddellijk als kritiek kunnen beschouwen dat het een menkaburi Showa betreft. dat wil zeggen dat het hi het hele hoofd bestrijkt en dat is een minder graag geziene feature op shows. Ik zou dan echter willen zeggen eerst naar de rest van de vis te kijken. Je mist zoveel wanneer je enkel op onvolkomenheden let; ik kan het niet vaak genoeg aanhalen.
een algehele uitstraling die eigenlijk al meteen zegt; “wacht maar…”.
Het sumi is welliswaar weg getrokken, maar dat past bij de ontwikkeling van deze jonge vis. de bopdy is ferm en zeer gelijkmatig over de hel lengte. Het sumi toont zich bescheiden, maar wel op de juiste plaatsen. Een mooi breed hoofd en een algehele uitstraling die eigenlijk al meteen zegt; “wacht maar…” Er zijn er veel meer, maar we kunnen ze niet allemaal bekijken. We jopen op 17 april een mooi videoverslag te maken van alle ontwikkelingen. Hieronder vind je nog de meest recente video van de Koi in de opgroeivijver. De resultaten zijn behoorlijk goed, maar de Koi hier besproken zijn overigens niet meer beschikbaar. Het komende jaar zal zeker een vervolg kennen en hiervoor kun je contact opnemen met de dealer uut Grunn.
Oh, wacht, voor de leergierige mensen onder ons hebben we onderstaand nog eens twee updates van nog een Showa en ook een Sanke zodat je het verschil in ontwikkeling kunt zien. Zonder dat ik er iets over schrijf kun je zelf misschien kijken en beschrijven wat je ziet. ter lering en vermaak: