Zo, daar ben ik dan weer (vanuit Japan). Ik ben hier nu net vier dagen en het voelt alweer vertrouwd aan. Tijdens de vlucht, met af en toe wat lichte turbulentie, kon ik alvast aan mijn Japans oefenenen. Ik zat naast twee Japanse vrouwtjes van middelbare leeftijd die naast veel woorden ook een enorme berg met Japanse snacks bij zich hadden. Al met al wel een fijne vlucht gehad dus. Na een snelle verbinding met de Narita Expres en de Shinkansen was ik rond 17.30 op het station van Nagaoka, waar Rob de Vos van Ornafish mij al stond op te wachten. We zijn gelijk naar het huis van Marudo gereden, om verwelkomd te worden door de familie. Na de mugi-cha, die ik nu als water drink (in tegenstelling tot vorig jaar), gingen we uit eten in het vaste restaurant met de hele Marudo staf. Het Japanse eten en niet te vergeten het bier smaakte weer als vanouds en na een gezelllige avond was het tijd om naar bed te gaan.
De volgende dag weer om 7 uur op, om aan het werk te gaan. We zouden namelijk Kohaku sembetsu gaan doen in het Sekihara-gebied. Dit zou uiteindelijk bijna de hele dag in beslag nemen. De kohaku waren gemiddeld tussen de 3 en 4 cm groot, 1 maand oud en werden geselecteerd op patroon. Shiro muji, benigoi en kohaku met slecht verdeelde patronen werden uitgeselecteerd. Wat me opviel was dat er bijna geen koi met afwijkingen voorkwamen, terwijl dit toch de eerste selectieronde was. De koi die er uit springen zijn de grote koi met patronen welke al volledig doorgekomen zijn. Deze koi zijn dan ook al wel rond de 5-6 cm. Het merendeel heeft nog veel roze ipv wit en licht oranje ipv rood. Daardoor zijn er veel koi die op benigoi lijken, maar toch wel degelijk nog patronen gaan ontwikkelen. Dit is te zien aan de iets lichtere vlakken op het lichaam, misschien is het wel te zien op een foto hieronder. In totaal zaten er 90.000 kohaku in de vijver, na selectie natuurlijk een stuk minder. Ongeveer 9.000 stuks, dus 10 % heeft de selectie overleefd.
Op zondag, normaal een rustdag, gingen we natuurlijk weer aan de slag. Geen sembetsu, maar wel veel voeren. Ik heb nu weer alle tosaivijvers gezien, waarvan er weer 10 bij gekomen zijn dit jaar. Ook enkele vijvers met tosai van vorig jaar, welke nu dus nisai worden, gezien. Wat een vissen zeg. Ik heb natuurlijk gelijk de voederautomaten open getrokken en wat korrels het water ingegooid.
Nu ik het toch over nisai heb, mijn twee vissen (godan kohaku en godan maruten sanke) zijn ook de mudpond ingegaan. Ik heb ze beiden nog niet gezien, de vijver waarin de sanke zit is zo groen dat ik niks kon zien, daarnaast wordt er op die vijver ook met zinkend voer gevoerd. De kohaku zwemt in een vijver welke ver weg ligt, dus dat komt later wel. Mooi nieuws dus!

Overigens ook nog enkele tosaivijvers afgevist waarin sanke zwommen. Hier heb ik jammergenoeg niet aan mee mogen helpen, want er was genoeg hulp van buitenaf (oude vrouwtjes van rond de 70 ) en het fysieke werk werd aan de jonge garde overgelaten. Dus de vijvers afnetten en daarna gelijk weg om de rest van de tosai te voeren. Er zijn nu rond de 50 tosai vijvers in verschillende gebieden welke dagelijks gevoerd moeten worden, dus dat vergt veel tijd.
Op vrijdag, de dag dat ik aankwam, had Hisashi-san tijdens het eten nog een leuke verassing in petto. Hij had Futoshi Mano (shacho van Dainichi) en Toshyaki Sakai (Yamamatsu) gebeld om samen met Rob, Mark Gardner en mij wat te gaan eten. Dat was dus op dinsdag. Stel je eens voor: Aan tafel met Dainichi, Yamamatsu en Marudo, de top van Niigata zat dus met mij aan tafel! Ik heb natuurlijk gelijk van de situatie gebruik gemaakt (met Rob de Vos als tolk) en geregeld dat ik een dagje op beide koifarms mag meehelpen met de sembetsu. Op 17 juli zal de showa sembetsu op de Dainichi Koifarm beginnen, ik zal er (waarschijnlijk samen met Mark) bijzijn. Na een goede maaltijd, waarbij men altijd veel te veel besteld, zowel qua eten als bier, gingen we richting een karaokebar. Na een duet met Futoshi-san kwamen er nog meer kwekers binnendruppelen. Otsuka, Hiroi, Taro Kataoka, staf van Maruju en Mitsunori Isa, wie zich zelfs nog mijn nam herrinnerde. Ik was zijn naam trouwens wel vergeten. Na een gezellige avond met veel karaoke en bier was het tijd om te gaan, de sembetsu roepte namelijk weer de volgende dag.
De slechte koi blijven dan achter in het andere net en dan vraag ik een ander om hun mening. Na een tijdje gaat het eigenlijk vanzelf en gaat het tweede netje al snel het water uit. Er waren ook nog enkele Japanse klanten langsgekomen die een hele binnenvijver (70 stuks bijna nisai gosanke van 30-40 cm) hadden gekocht en nog enkele hogere kwaliteit nisai van deze lengte. Ik zag heel snel een flink pak van meer dan een cm aan briefjes langs komen, zulke klanten zijn volgens mij van harte welkom.

Vandaag was het weer tijd voor Showa-sembetsu, nu van een grotere vijver. Ik moet zeggen dat het toch weer ff wennen is als ik voor het eerst naar het netje gevuld met koi kijk. Het is echt een kweste van in een ritme zijn en dan gaat het na een tijdje vanzelf. Na de middaglunch gingen we richting koihuis om kujaku kego te netten en uit te zetten in een vijver. Ik mocht dan samen met Tomohero-san de rest van de dag schoonmaken. Dit is echt ‘part of the job’, wat mij echt niet kan boeien. Tijdens deze schoonmaak werkzaamheden denk ik dan maar aan de rest van de koihobbyisten die niet zo dichtbij het vuur zijn als ik. Gelukkig gaat zo’n dag vannzelf over en zit ik nu rustig mijn verslagje te typen. Het werd tijd ook.
Ja mata (tot gauw),