Zonder besef van tijd
Zacht dwarrelend. Gebruind door een verloren strijd. De boom moet haar verlies erkennen. Ze kan haar bladeren niet langer behouden.
Als je goed luistert kun je het horen. Telkens met een ander lied. De wind. Soms klagend, soms fluitend. Maar altijd met een kille en valse toon.
Geen ontkennen aan. De winter daalt langzaam neer over het land en maakt dat alle dieren beschutting zoeken.
Enkelen trekken snel naar warmere oorden. Maar voor velen zit er niet veel anders op dan de koude die de wintermaanden met zich meebrengt te ondergaan. Ze zijn gehard.
Vogels die je doorgaans niet zo vaak zag laten zich nu vaker zien. De stad biedt immers enige beschutting tegen de straffe kou.
De voederhuisjes worden weer opgesteld. Een sliert pelpinda’s reikt van links naar rechts. Het strooizaad onder het afdakje, beschermd tegen regen en misschien later sneeuw.
In de vijver verraadt de Koi dat ook zij zich opmaken voor een lange koude rit. De voerkorrels, gegeven met de beste bedoeling, worden niet meer weggegrist van het oppervlak.
Vanaf de bodem kijken zij omhoog en laten het voor wat het is.
Het metabolisme omlaag. Zij moeten immers hun krachten sparen en toekomen met de opgebouwde reserve’s welke zij hadden aangelegd in warmere dagen.
Het moet zo zijn. Ondanks een ingebrachte kleurenpracht zijn Koi nog steeds in staat zich te schikken in 4 seizoenen.
Liggend in het diep brengen zij de hartslag omlaag. Zonder besef van tijd wachten zij daar rustend op een ander seizoen.
Tot die tijd strepen wij de dagen voor hen af.
Ewit.