Waar je al eerder over het waarom en daarom van het filteren van onze koivijvers kon lezen, vervolg ik nu deze serie met het onderwerp ‘hoe’. Hoe verwerken we nu de door onze Koi geproduceerde, al dan niet giftige, afvalstoffen in onze vijvers en wat gebeurt er dan precies binnen het watermilieu? Lees verder en kom erachter!
Even een korte terugkoppeling: wanneer je Koi voert, wordt voor wat betreft stikstofverbindingen (lees: afkomstig uit pure eiwit uit het voer) tot ongeveer 35% opgenomen door de Koi voor zijn onderhoud, beweging, groei, productie van eieren/hom en warmte. Het komt er dus op neer dat de overige 65% stikstofverbindingen direct of indirect wordt uitgescheiden en in het water terecht komt als het gas ammoniak (NH3) en het in water oplosbare ammonium (NH4+).
Met je watertestsetje test je zowel ammoniak (NH3) en ammonium (NH4+). Er bestaat een pH en temperatuur-afhankelijk evenwicht tussen ammoniak en ammonium. Ammoniak (NH3) is van deze twee het meest toxisch vanwege het feit dat het ongeladen en vetoplosbaar is. Hoe basischer (hoger) de pH en temperatuur van het water, des te meer NH3 aanwezig is en des te toxischer de leefomgeving wordt. Hasan & Macintosh (1986) toonden aan dat een NH4+ concentratie van 1.36 mg/l al tot sterfte kan leiden bij jongbroed van karper.
Het komt er dus op neer dat we deze NH3/NH4+ zo snel mogelijk willen omzetten naar het veel onschuldigere nitraat (NO3). Via de stikstofkringloop, zie bovenstaande afbeelding, wordt NH3/NH4+ geoxideerd naar nitriet (NO2-) en vervolgens naar nitraat (NO3). De precieze formule voor deze omzetting ziet er als volgt uit:
Ammoniak (NH3) is van deze twee het meest toxisch vanwege het feit dat het ongeladen en vetoplosbaar is
Per omgezette ‘mol’ NH4+ naar NO3 wordt 1.98 ‘mol’ HCO3- (bicarbonaat) gebruikt. Simpel gezegd betekent dit dat door het nitrificatieproces je vijverwater zuurder wordt en daardoor dus je pH verlaagt! Met ander woorden: de KH, alkaliniteit of zuurbufferende capaciteit (waar (bi)carbonaten onderdeel van uitmaken) wordt verbruikt ten behoeve van het nitrificatieproces.
Andere processen die de pH van het vijverwater verlagen zijn onder andere de productie van CO2 middels ademhaling (van de vis of aanwezige bacteriën). Het is dus essentieel voor de stabiliteit van je vijverwater (of simpelweg de stabiliteit van je pH) om je water te verversen of een (bi)carbonaatzout aan je water toe te voegen.
1 reactie
Klare taal Bram.
Het is kristal helderrrrr uitgelegd!