Wanneer je vroeger weinig scheikunde of natuurkunde hebt gehad haak je vlug af als een (Koi)vijveraar wat diepgaandere informatie vertelt over de processen in de vijver. Als natuur- en scheikunde docent is het voor mij een uitdaging om deze Koihobbyisten te interesseren voor mijn mooie vak. Ik begin bij de basis. Het is een beetje droge stof, maar als je deze basis onthoudt ga je meer van de hobby begrijpen. De Koihobby is één en al scheikunde. Ik ga proberen het zo dicht mogelijk bij onze hobby te houden.
Stel, we nemen een pannetje kraanwater en zetten die op het fornuis. Het water kookt bij 100 graden Celsius. Als het helemaal verdampt is blijft er een wit laagje in de pan zitten: kalkaanslag. Blijkbaar was ons pannetje water geen 100% zuiver water. In kraanwater zitten heel veel stoffen opgelost, die je niet ziet. We noemen dit kraanwater daarom een mengsel.
Nu nemen wij wel 100% zuiver water, ook wel gedestilleerd water genaamd. Dan noemen we dit een zuivere stof. In een beker zuiver water zit alleen water. Het bestaat uit watermoleculen.
De definitie van een molecuul: het kleinste deeltje van een stof, met nog alle eigenschappen van die stof.
De definitie van een molecuul: het kleinste deeltje van een stof, met nog alle eigenschappen van die stof. Stofeigenschappen van water zoals: een liter weegt een kilogram en het kookpunt is 100 graden Celsius.
Één watermolecuul is ongeveer 0,000015 millimeter groot…..euhh klein.
Er zitten 1,7 triljard moleculen in één druppel water. Ongeveer dan, hè! Een triljard is een 1 met 21 nullen.
Kraanwater, melk, sinaasappelsap enzovoorts zijn allemaal mengsels van stoffen. Ga je dit uit elkaar halen, genaamd scheiden, houd je zuivere stoffen over. Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen. Water bestaat uit watermoleculen, suiker bestaat uit suikermoleculen, zuurstof bestaat uit zuurstofmoleculen. Scheiden is stoffen sorteren.
Wat is onderling het verschil tussen deze moleculen? Elke molecuul is opgebouwd uit bouwstenen, genaamd atomen. Er zijn ongeveer 100 verschillende bouwstenen. Maar met die 100 verschillende bouwstenen kan ik wel ontelbaar verschillende bouwwerken maken!
Deze atomen hebben een letter gekregen. Sommige hebben er twee. We kwamen letters te kort. Bij een combinatie van 2 letters is de eerste een hoofdletter en de tweede een kleine letter.
Water bestaat dus uit watermoleculen.
Een watermolecuul noteer je als: H₂O
Één waterstofatoom is ongeveer 0,000000053 millimeter groot
Het bestaat uit twee waterstofatomen en 1 zuurstofatoom. Één waterstofatoom is ongeveer 0,000000053 millimeter groot. Ga ik één watermolecuul in stukjes hakken, dan mag ik het geen water meer noemen. Hieronder een lijst van 7 veel voorkomende atomen (de bouwstenen) en daarnaast wat moleculen die je daarmee kunt bouwen. Deze moleculen kom je vaak tegen als je het hebt over onze hobby.
Kort samengevat: Er is een verschil tussen atomen en moleculen. Het zijn allebei hele kleine deeltjes. Een stof bestaat uit moleculen en een molecuul bestaat uit kleine bouwstenen, genaamd atomen.