Jammergenoeg moest er de beslissing worden genomen om de PIP probiotica dag van 10 december jongstleden te annuleren wegens te weinig aanmeldingen. KoiQuestion zou KoiQuestion niet zijn om hiermee genoegen te nemen. Zodoende werd een digitaal interview met diverse kritische vragen verstuurd en vervolgens door Dr. Robin Temmerman, CEO van Chrisal NV (producent van PIP) beantwoord. Lees nu deel 1 van het probiotica interview met Dr. Robin Temmerman.
Indien er vragen en of opmerkingen over de gestelde antwoorden zijn, zullen deze worden doorverwezen naar de heer Robin Temmerman.
Waarin verschilt de PIP Pond Plus productlijn van andere probiotica-producten die op de vijver- en koimarkt worden aangeboden?
“PIP maakt gebruik van heterotrofe organismen die gespecialiseerd zijn in het verbruiken van koolstofverbindingen, terwijl andere vijverproducten gebruik maken van ofwel stikstoffixeerders (-binders); ofwel melkzuurbacteriën (de eerste soort om de stikstofcyclus te optimaliseren, de tweede soort om de darmflora van de vissen te stabiliseren).”
Welke specifieke bacteriesoorten worden gebruikt? Wat zijn de eigenschappen waarom juist voor deze soorten gekozen is?
“Er wordt gebruik gemaakt van een complex mengsel (consortium) van Bacillus bacteriën, de exacte samenstelling wordt geheim gehouden. Zoals bij bovenstaand antwoord vermeld, werden deze bacteriestammen geselecteerd om SAMEN een maximale afbraak te doen van overtollig organisch materiaal in het water. Hun voornaamste eindproduct is CO2. De efficiëntie van de producten zit hem in de combinatie van de verschillende bacteriestammen; gespreid over een heel brede range van temperatuur (5 – 50°C), pH (5 – 9) en zuurstof (zelfs semi-anaeroob) zorgen zij voor een permanente activiteit.”
De probiotica gebruiken de afvalstoffen in het water, zodat potentiële pathogenen geen kans meer hebben zich te ontwikkelen en zodoende weggeconcurreerd worden. Wat is het effect van de probiotica op de nuttige microbiële gemeenschap die reeds in de vijver aanwezig is?
“Het is inderdaad zo dat bij gebruik van PIP er ook een invloed zal zijn op de niet-schadelijke organismen. Echter, geen enkel ander organisme wordt afgedood door PIP, enkel wordt vermeden dat de aantallen van een bepaalde soort nooit dermate hoog oploopt dat het systeem uit balans raakt. Door allerhande omstandigheden kan in elk watersysteem een onbalans ontstaan zodat een ziektekiem, alg of ander schadelijk organisme plots de kans krijgt om te pieken. Om te pieken is echter voldoende voedsel vereist. Door toevoegen van PIP wordt via het probiotisch consortium zeer efficiënt voeding uit het systeem gehaald zodat een dergelijke piek niet meer optreedt. Echter, er blijft altijd voldoende microbiële diversiteit in het watersysteem aanwezig om een gezond ecosysteem te waarborgen.”
Hoe wordt de algengroei beïnvloed door het toevoegen van probiotica? Ik kan me zo voorstellen dat zweefalg of draadalg prima kan ontwikkelen wanneer de hoeveelheid nitraat e.d. flink toeneemt door toedoen van probiotica.
“Nitraat en fosfaat nemen af door toedoen van het PIP consortium via indirecte stimulatie van de niet-heterotrofe micro-organismen. Wanneer de PIP bacteriën veel koolstofverbindingen afbreken, zullen de andere micro-organismen gestimuleerd worden om energie elders te vinden, zoals bij de stikstof en fosfaatverbindingen. De algen zullen zodoende ook minder snel aan de nodige voedingsstoffen komen en minder snel ontwikkelen.”
Wat is de toegevoegde waarde van probiotica in een vijversysteem waarin bijvoorbeeld al een plantenfilter in combinatie met een UV lamp draait? Daarin worden immers ook al veel afvalstoffen afgebroken door bacteriën en de eindproducten opgenomen door de planten. Zal door een UV lamp niet een groot deel van de probiotica weer snel vernietigd worden?
“UV is een van de meest overroepen waterbehandelingstechnieken; de inwerkingstijd kan nooit voldoende gegarandeerd worden en van zodra het water de minste troebelheid krijgt raken de UV stralen al niet meer tot bij de organismen. Een goed werkend UV systeem kan schadelijk zijn voor onze bacteriën, net zoals eender welk ander biocidaal middel (ozon, chloor, elektrolyse…). Deze systemen zijn ook zeer schadelijk voor een goed microbieel ecosysteem in het algemeen!”
Waarom zijn de probiotica na een periode van ongeveer 2 weken weer uitgewerkt? Is dan de microbiële situatie van voor de toevoeging weer hersteld?
“Bacteriën hebben een korte levensduur en dienen ofwel het systeem te koloniseren (bvb zich nestelen in de biofilm) of permanent extern aangerijkt te worden. Kolonisatie is nooit goed omdat dan het effect verloren gaat doordat het ecosysteem zich kan aanpassen aan de koloniserende organismen. Daar gaat het ook vaak fout met andere bacteriële vijverproducten; deze bacteriën koloniseren filters en leidingen waardoor het systeem gewenning opbouwt aan deze bacteriën en ze omzeilt. De PIP probiotica hebben niet de mogelijkheid te koloniseren zodat het ecosysteem zich niet aan hen aanpast; op die manier blijft (mits frequente toepassing) de werking behouden.”
Welke pathogenen (slechte bacteriën) werden met name aangepakt tijdens de testperiode van ongeveer twee maanden? Wat was de gemiddelde afname van de potentiele ziekteverwekkers?
“Tijdens de studies wordt vooral gekeken naar Aeromonas/Pseudomonas en coliformen; een verlaging van het risico op deze organismen met 80% is perfect haalbaar.”
4 reacties
Heldere antwoorden op onze toch kritische vragen! Mochten er nog bepaalde termen niet helemaal duidelijk zijn, vragen staat vrij…
Hoi Bardo,
Ik heb eerlijk gezegd toch een ietwat andere mening over de antwoorden en kom hier graag eens op terug!
Gr,
Bram
Hé Bram,
vind je de antwoorden niet duidelijk of ben je het niet met de inhoud eens van de antwoorden? Vind de antwoorden duidelijk geformuleerd. Of de antwoorden ook echt op waarheid berusten is een ander verhaal natuurlijk. Wellicht dat gelijksoortige onderzoeken/ tests hele andere resultaten opleveren!
De reacties op de gestelde vragen roepen meer vragen op dan dat ze beantwoorden. Alle MO`s zijn stikstofbinders, aangezien deze bij assimilatie toch structurele- en functionele eiwitten moeten vormen. Eiwitten bestaan uit aminozuren met een stikstofhoudende amino-groep. Bacillus soorten zijn in de regel facultatief anaeroob, doen het lekker op zuurstof, maar kunnen ook leven op fermentaties, waarbij beduidend minder energie per mol substraat wordt gewonnen. Bij mineralisatie van organisch materiaal komt als het goed is wel N en P vrij. Zowel chemo-autotrofe, chemoheterotrofe als fototrofe organismen zullen van de vrijkomende nutrienten gebruik kunnen maken. Het ligt er maar denk ik net aan wie het dichtst bij de bron zin. Wie het eerst komt, die het eerst maalt. Niet heterotrofe microorganismen maken sowieso geen gebruik van organische substraten,daarom worden ze ook autotroof genoemd. Er zijn natuurlijk wel uitzonderingen: fototrofen die tijdens duistere perioden overschakelen op aerobe ademhaling met organische stof als electron donor. Paarse non zwavelbacterien kunnen dit zo ruwweg uit m`n hoofd vernomen. UV lampen zijn enkel schadelijk voor planktonische cellen die bestraald worden, of juist propjes met bacterien in sessiele vorm.
Ik vraag me af hoe het consortium aan Bacillus stammen zich niet kan immobiliseren in biofilms. Door middel van quorum sensing kunnen MO`s elkaar signalen sturen, zodat juist biofilmformatie wordt gestimuleerd (zoals bijvoorbeeld bij Pseudomonas aeruginosa) of juist de formatie van entero toxinen zoals bij bepaalde pathogene E.coli.
Graag zou ik hier meer over te weten willen komen.
Groet,
Patrick