Toen je nog een stuk kleiner was, ongeveer 1 jaar, was je moeder heel trots als je had gepoept op een
potje…..…uhmmm…maar daar gaat het in deze blog niet helemaal over.
Het gaat ook nu weer over onze boompjes in pot(je), “de Bonsai”, deze boompjes willen behalve water en licht ook eten! En dat doen ze door het eten van “poep” en daar bedoelen we de zogenaamde meststoffen mee.
De meststoffen die planten nodig hebben om te groeien, bestaan voornamelijk uit de elementen N, P en K. ofwel Stikstof, Fosfor en Kalium.
Kijk maar eens op de verpakking van de meststof die je misschien wel ergens nog hebt staan!. Meststoffen kunnen behalve van bijv. koeien- of kippen-poep, ook gemaakt worden als mengsel van beenderen, vismeel, bloedmeel, cacaodoppen, etc.
De hoeveelheid van elke stof, moet op de verpakking staan.
Maar wat willen we nu met onze Bonsai? veel laten eten en dus veel groei? nee! we willen niet veel groei, want we willen niet te grote internoden, we willen een compacte gezonde boom met een goede worteling, en een mooi groen met voldoende blad of naald.
Dus voor gezonde bomen hebben we in ieder geval nodig:
Stikstof (N). Stikstof zal ervoor zorgen dat de bladeren een mooie groene kleur krijgen, het zal de groei van je plant bevorderen waardoor ze groot en mooi zullen worden.
Fosfor (P):
De energievoorzieningen wordt verzorgt door fosfor, het zal de wortelontwikkeling van de plant bevorderen. Goed om te weten om wat extra hiervan toe te voegen na het verpotten in de vorm van bijvoorbeeld “beendermeel”. Dan is wat extra mest in de vorm van veel fosfor in zit aan te raden!
Kalium (K), ook wel “potas” genoemd:
Er moet in je bodem een goede kaliumhuishouding heersen. Kalium, ook Kali genoemd, zorgt in je planten onder meer voor het transport van water en koolhydraten. Dit zorgt er ook voor dat de plant stevig wordt en zal tevens de gevoeligheid voor droogte en vorst verminderen. Ook de weerstand tegen schimmelziekten en houdbaarheid van de oogst is niet onbelangrijk.
Verder zijn er vaak nog sporenelementen en mineralen aan de meststoffen toegevoegd, die o.a. goed zijn voor de opname van de boven genoemde stoffen. Magnesium(Mg) wil ik graag nog even noemen voor meer bladgroen, en IJzer(Fe) vooral voor de Pinus.
Dus voor gezonde groei, willen we fotosynthese, dat is de productie van glucose uit CO2 (kooldioxide) en H2O (water) onder invloed van zonlicht.
Bij dit proces wordt namelijk onder andere de (groene)kleurstof chlorofyl gebruikt om licht en daarmee energie (in de vorm van glucose) op te vangen en vervolgens deze suikers door te sturen naar andere plaatsen in de plant. Chlorofyl is in veel planten de belangrijkste kleurstof om licht op te vangen, en juist in deze kleurstof speelt magnesium een rol, maar ook ijzer zorgt voor het chlorofyl, (de bladgroenkorrels).
Belangrijk dus die NPK’s!, maar nog belangrijker denk ik, zijn de verschillen tussen organische mest, en kunstmest. Het verschil? Er is geen verschil! (in de bouwstoffen tenminste). Er is wel verschil echter in de vorm waarin de mest bestaat!
Organische mest, is mest, dat nog niet is omgezet tot de juiste stoffen voor de plant, maar moet eerst door het actieve bodemleven worden omgezet. Kunstmest, daarentegen bestaat uit zouten, die makkelijk oplosbaar zijn in water, en direct en snel als “hapklare brokken” door de plant kunnen worden opgenomen, zodat hij snel groeit.
Deze zouten zijn niet zo goed voor het bodemleven, en indien je niet goed (d.w.z. teveel) mest doseert, kan de plant “verbranden” doordat de omgeving in de pot zouter wordt, dan het zout gehalte in de plant.
De scheidingswand van de plantwortel is een halfdoorlatende wand, dat betekent dat water er gewoon doorheen kan, maar het zout niet, doordat de wand halfdoorlatend is, “stroomt” het water naar de kant met de hoogste concentratie zout. en als dat de grond in de pot is, loopt de plant als het ware leeg in de pot! (Dit proces van twee vloeistoffen wordt osmose genoemd).
Bodemleven:
Veel planten (Ca. 85%) leven samen met mycorrhiza’s, dit zijn nuttige bodemschimmels die een symbiose aangaan met de planten.
De opnamecapaciteit van de wortels neemt daardoor met wel 700% toe
Ze vergroten als het ware het wortelbereik. Zo’n zelfde samenwerking bestaat er met nuttige bodem bacteriën.
De opnamecapaciteit van de wortels neemt daardoor met wel 700% toe. En de planten nemen veel gemakkelijker voedingsstoffen en water op.
En net zo belangrijk: de gunstige schimmels en bodembacteriën bezetten de ruimte rond de wortels waardoor ziekteverwekkers veel minder kansen krijgen, een gezonde boom wordt dus niet ziek.
Dus wil je veilig mesten, neem dan een organische mest
Dus wil je veilig mesten, neem dan een organische mest, in korrels of in vloeibare vorm. Vloeibare mest heeft het voordeel, dat het meteen diep in de wortelkluit dringt, (vooral als je eerst gesproeid hebt), echter het spoelt er snel weer uit, bij regen en watergift. Mestkorrels moeten in korfjes, zakjes of boven op de grond, en dat is weer niet zo’n mooi gezicht.
Tenzij je het bij mengt met verpotten.
Maar welk product moeten we nu bij onze “boompjes in pot” gooien? Er zijn diverse meststoffen in de handel, voor Bonsai, zoals bijv.: Het Japanse Abrakas en Biogold; of de Belgische DCM mest; Nederlandse Tibolar-RS; of Eco Style?
Allemaal doen ze hun werk, maar voor de gebruiker is het zaak je eerst “in te lezen” want soms vraag de ene soort boom om meer of minder N,P, of K, en om te kijken hoe je bomen op de gebruikte mest soort reageren, of hoe groot je portemonnee is, Japanse meststoffen zijn vaak wat duurder dan de meststoffen die je in Nederland kan kopen.
Bladmest, kan ook nog!!
Wanneer de wortels door ongunstige omstandigheden niet voldoende voedingsstoffen kunnen opnemen, komt er bladbemesting in aanmerking, maar dan moet je eerst voldoende ervaring hebben met gewone mest.
Ik kan er kort over praten of lang over praten, “het blijft een shit verhaal” 😉