Ronald Stam en Bernie Woollands slagen voor belangrijk ZNA-examen in Tokyo!
Afgelopen weekend mochten een aantal leden van de Nishikigoi Vereniging Nederland (NVN) tijdens de All Japan Combined Nishikigoi Show in Tokyo (Japan) onder het toeziend oog van vele Juryleden en kwekers aantreden voor het examen tot Assistant Certified Judge (ACJ). Dit is een officiële titel van de ZNA, de Zen Nippon Airinkai. Deze Japanse organisatie is de moederorganisatie van de NVN, wat onder andere inhoud dat de NVN de richtlijnen van deze organisatie hanteert bij het jureren van Koi.
Team Koiquestion was aanwezig bij de All Japan en uiteraard waren wij dan ook present bij het examen van deze aspirant-ACJ’s om te zien hoe zij het er vanaf brachten! Tijdens het examen zelf was spreken met anderen strikt verboden. Overigens, al hádden wij het gemogen, dan hadden wij absoluut geen contact met de deelnemers kunnen krijgen! Zo geconcentreerd waren zij de Koi in de vats aan het beoordelen.
Gelukkig kregen wij, nadat de positieve uitslag van het examen aan de heren was medegedeeld, gelegenheid om enige vragen te stellen aan Ronald Stam, één van de deelnemers aan het examen:
KQ: Ronald, Allereerst van harte gefeliciteerd met deze promotie tot Assistant Certified Judge. Wij hebben de examenvats en Koi gezien en we kunnen ons voorstellen dat het een zwaar examen geweest moet zijn voor jullie. De Koi zijn allemaal van erg hoge kwaliteit en de verschillen zijn minimaal. Een hele prestatie dat jij en Bernie Woollands het examen met goed resultaat voltooid hebben. Proficiat!
Wij willen onze lezers graag informeren over het jureren van Koi en wat die keurmeesters op de shows in die nette groene colbertjes nu eigenlijk moeten kunnen om tijdens shows de Koi te mogen keuren. Wat houdt de door jou behaalde graad “Assistant Certified Judge” in en wat mag je nu meer dan voorheen?
Ronald: In principe ben je als ACJ de hulp of waaarnemer van de Certified Judge. In Japan tellen alleen de Certified Judges eigenlijk echt mee. Alleen zij mogen op de grote ZNA All Japan jureren. Als Assistant mag je wel bijvoorbeeld groepshoofd of zelfs hoofdjudge (bij gebrek aan beter) zijn. In Italië ben ik dat al eens geweest maar dat was dan wel een show die nog in de babyschoentjes staat. Officieel ben je als ACJ formeel hoger in rang als jurylid, echter officieus jureer je altijd met elkaar en weegt ieders stem even zwaar. Tot slot mag je ook wat meer contributie betalen aan de ZNA in Japan.
Ik ben er trots op om naast iemand met zoveel ervaring deze titel te mogen dragen.
Samen met Bernie ben ik nu de enige ACJ in Europa. Bernie heeft meer dan 100 shows gejureerd en is al zolang als ik hem ken showchairman van de the South East, tegenwoordig de All England Koi Show. Ik ben er trots op om naast iemand met zoveel ervaring deze titel te mogen dragen.
KQ: Wij kunnen ons voorstellen dat dit examen niet het enige is dat je hebt hoeven doen om deze graad te behalen. Welk pad heb je voordat je dit examen mocht afleggen, moeten bewandelen?
Ronald: Om Assistant Certified Judge te kunnen worden, dien je minimaal 2 jaar Local Certified Judge zijn, waarin je tevens tien ZNA shows jureert. Een aantal van die tien shows mogen “ingeruild” worden voor officiële ZNA seminars. Dit lukt door de hoeveelheid uiteraard niet in een jaar; Om te kunnen voldoen aan deze eisen, heb je eigenlijk wel een jaar of drie nodig. Daarnaast hebben we vanuit de Judge Standard Committee (JSC) van de NVN afgesproken dat je minimaal drie jaar Local Certified moet zijn. Dit omdat we hoge kwaliteit Judge als standaard willen waarborgen.
Vanuit de NVN is tevens geregeld dat je een meerwaarde voor de vereniging moet zijn om aan dit traject deel te mogen nemen. Ikzelf ben bijvoorbeeld lid van de Koi Vijver Adviesdienst, lid van de Sales (voor Advertisement en stands op de HKS), lid van de kascommissie, Coördinator van de nieuw gestarte jury-opleiding (dus wel handig dat ik dit gehaald heb ;)), showvoorzitter van de Young Holland Koi Show welke dit jaar op 5 juni in Landgraaf gehouden wordt en zit ik nog in enkele commissies zoals van het continue waterververssysteem waar we mee willen gaan draaien op de HKS.
KQ: Hoe ging de beoordeling tijdens het examen in z’n werk?
Ronald: Er waren 3 vats voor ons opgesteld op de All Japan Combined Shinkokai Show. In één vat zaten 3 koi en in de twee andere vats zaten er slechts één. En één van die twee vats was ook nog eens gevuld met troebel water. Dit was door de organisatie met opzet gedaan, omdat je op een show normaliter ook niet alle koi onder dezelfde condities hebt zitten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan lichtinval.
Alle vijf de Koi waren Sanke tussen de 55 en 60 cm groot. We kregen twee velletjes papier. Het ene mochten we meenemen om aantekeningen op te maken bij de Koi. Voor het maken van deze aantekeningen kregen we zeven minuten. Vervolgens moesten we terug naar het lokaal en daar onze bevindingen en ranking noteren. Het was tijdens het jureren verboden om met elkaar te praten.
KQ: Kun je iets vertellen over hoe je de betreffende Koi beoordeeld hebt? Wat is de volgorde van beoordelen? Wat zijn voor jou de belangrijkste puntjes om op te letten?
Ronald: De ZNA heeft redelijk duidelijke regels opgesteld over hoe een Koi te beoordelen. Een totale beoordeling omvat 100%, welke op de volgende wijze is onderverdeeld: 40% van de punten gaan naar de body, 30% van de punten zijn voor de kleuren en huidkwaliteit, 20% is voor het patroon en 10% is voor het totaalbeeld van de Koi. Daarbij moet natuurlijk de variëteitspecifieken van de Koi in gedachten worden houden.
KQ: Vond je de keuring tijdens het examen erg moeilijk? Waar zaten voor jou vooral de moeilijkheden en eventuele valkuilen?
Ronald: Allereerst is het natuurlijk toch wel spannend omdat je dit examen alleen in Japan en maar één maal per jaar kunt doen. Je wilt dus bij voorkeur niet nog eens terug moeten naar Japan. Daarnaast heeft de ervaring van anderen ons geleerd dat er altijd iets bijzonders aan de hand is met één van de koi. De beste Koi heeft in het verleden wel eens een buikvin gemist of een oog. Nu bleek de “valkuil” dus troebel water te zijn. Dit maakte me meteen extra alert op de desbetreffende koi. De grootte van de Koi, 55-60 cm maakt het wat makkelijker om te jureren. Bovendien waren dit 5 kwalitatief behoorlijk goede koi. Dat jureert makkelijker dan wanneer je slechte Koi hebt. Immers welke negatieve punten moeten je dan zwaarder wegen?
KQ: Wat is je volgende missie om te behalen op het gebied van Jurering?
Ronald: Eigenlijk heb ik me daar nog niet in verdiept. Het is vooralsnog ook niet mijn bedoeling om de volgende stap te gaan behalen.
De enige stap die nu namelijk nog te behalen valt is Certified Judge. Daarvoor moet je minstens 5 keer in Japan jureren, wat relatief lastig is omdat je hiervoor uitgenodigd moet worden. Minimaal één keer daarvan dient op een districtsshow te zijn. Deze shows zijn groter en logistiek moeilijker neer te zetten. Daarnaast moet je nog 2 keer een ZNA Seminar volgen. Daarvan mogen er tegenwoordig 1 of 2 buiten Japan gevolgd worden mits die officieel goed gekeurd zijn door de Headquarters.
We hebben met Dirk de Witte (BKS) al een Certified Judge in Europe. Hij gaat gemiddeld 5 keer per jaar naar Japan. Daar heb ik helaas noch de tijd, noch de middelen voor.
Ronald, we willen je hartelijk danken voor dit interview en Team Koiquestion wenst je veel succes met jouw nieuwe Judgings-titel! We zien je komend seizoen graag “schitteren” op de shows in het felbegeerde groene jasje!