Onlangs kreeg ik van mijn gewaardeerde KQ-collega Engel een nieuwsberichtje doorgestuurd uit de Telegraaf. Het ging over de grote modderkruiper, die het op sommige plekken in Nederland weer aardig lijkt te gaan doen. Het westen van Brabant blijkt zo’n plek te zijn. Echter verdere achtergrondinfo en dergelijke zie ik er niet in staan. Ik kan me dan ook voorstellen dat de gemiddelde lezer iets heeft van “het zal wel”. Ook staat er weer een verkeerde foto bij, namelijk eentje van een kleine modderkruiper (Cobitis taenia) en niet van de grote modderkruiper (Misgurnus fossilis). Beetje jammer weer.. Maar ja, wat verwacht je ook van deze sensatiekrant. 😉
Om de geïnteresseerde lezer wel wat meer informatie te geven, zal ik wat uitleg geven waarom de grote modderkruiper het moeilijk heeft in Nederland en er nu weer wat plekken zijn waar de soort zich goed handhaaft. Hij staat op de Rode Lijst en wordt aangeduid als ‘kwetsbaar’. Dat is natuurlijk niet voor niks. Maar zo verschrikkelijk zeldzaam zijn ze niet in ieder geval. Je moet alleen wel weten waar je moet zoeken…
Hier zie je twee voorbeelden van vissoorten die wel wat lijken op de grote modderkruiper maar ze zijn het absoluut niet!
De grote modderkruiper kun je een beetje als een pionierssoort zien die nieuwe en tijdelijke sloten en andere ondiepe stukken water als een van de eerste soorten kunnen koloniseren. Omdat ze lucht happen (voor darmademhaling) kunnen ze zich in water met lage zuurstofconcentraties handhaven. Alleen de tiendoornige stekelbaars vind je vaak naast de grote modderkruiper. Dat is maar goed ook want de modderkruiper kan maar slecht tegen concurrentie van andere vissoorten. Karperachtigen als brasem, zeelt en karper maken meestal korte metten met een grote modderkruiperpopulatie. Vooral de eieren en jongbroed worden snel uitgedund. Ook snoeken weten wel raad met de (volwassen) dieren. Wateren waar ze het rijk alleen hebben en die bijvoorbeeld tijdelijk opdrogen zijn geschikt.
“Omdat ze lucht happen kunnen ze zich in water met lage zuurstofconcentraties handhaven”
Wat wel belangrijk is is dat zulke vijvers e.d. tijdens hoog water wel weer met ander water in contact staat. Dan verspreiden ze zich namelijk verder om nieuw water te vinden waar ze zich kunnen vestigen. En dat is nu net het probleem in Nederland tegenwoordig. Alle sloten staan met elkaar in verbinding en op hetzelfde peil gedurende het jaar. De stukken water waar de soort voorkomt blijven afgesloten en de modderkruiperpopulaties verdwijnen langzaam en genetische verarming treedt op. Honderd jaar geleden was dit niet zo en ze waren toen dan ook algemeen voorkomend in Nederland.
Door herstelwerkzaamheden en herinrichting worden sommige gebieden waar grote modderkruipers worden gevonden weer geschikter gemaakt waardoor de soort zich weer kan uitbreiden. Dat zal ook nodig blijven want met het perfect geregelde watermanagement zullen ze af en toe de hulp van ons moeten krijgen om weer de algemene soort te worden die het was…