Goede ouderdieren kiezen is een kunst. Wil je, als kweker, een nieuwe bijzondere variëteit, dan ben je zeker 10 jaar bezig, voordat je kunt spreken van (misschien) stabiele en geschikte ouderdieren.
Waarom duurt zoiets nou 10 jaar?
Als eerste kun je maar één keer per jaar kweken en het resultaat beoordelen. Oftewel de natuur wil niet sneller. Je hebt te maken met de seizoenen en nakomelingen moeten weer uitgroeien tot volwassen exemplaren voordat je kunt evalueren.
De sleutel van succes zit hem in het zoeken van het juiste DNA. Ik ga hier wat dieper op in met een voorbeeld. Het verschil tussen een schubkarper en een spiegelkarper: Wagoi of Doitsu.
Het DNA zit in elke lichaamscel verborgen in je chromosomen. Chromosomen zitten in paren in elke cel. Zo heeft een mens 46 chromosomen (23 paar). Iedereen heeft 23 chromosomen van zijn vader gekregen en 23 chromosomen van zijn moeder. Dit zijn er totaal 46. Een karper heeft 104 chromosomen (52 paar). Ook hierbij zijn er 52 afkomstig van de zaadcel en 52 afkomstig van de eicel.
Deze chromosomen bevatten de informatie voor alle erfelijke eigenschappen. Als een dier (of mens) zich gaat voortplanten zit er in elk geslachtscel (zaadcel of eicel) de helft van een chromosomenpaar, oftewel één enkel chromosoom. Smelt de zaadcel samen met de eicel en je hebt nieuwe chromosomenparen. Een nakomeling met eigenschappen van zowel de moeder en van de vader.
Een stukje DNA met informatie voor één eigenschap noemen we een gen. Er zijn twee genen die iets zeggen over de beschubbing van de karper:
S-gen gen bepalend voor een volledig beschubbingspatroon
N-gen gen die vorming van schubben tegen gaat
Een gen kan dominant of recessief aanwezig zijn. Dominant ‘over-ruled’ recessief. Dominant schrijven we met hoofdletter en recessief met kleine letter. Dit leidt, met betrekking tot beschubbing, tot de volgende mogelijkheden:Mits een karper een N in het gen heeft is die 100% zeker niet volledig beschubd. Echter het kan ook zijn dat het DNA zo gevormd is dat de nakomeling niet levensvatbaar is (NN is een letale factor).
Om te bepalen hoe nakomelingen er uit gaan zien moet je een kruisschema maken. Onderstaand filmpje neemt je stap voor stap mee naar hoe dat in zijn werk gaat.
Herhaling
Ging het filmpje te snel dan hierbij in plaatjes nog een keer.
Alle chromosomenparen van een ouderdier splitst zich en de enkele chromosomen gaat in de geslachtcel.
De geslachtscel bevat dus de helft van de informatie van elk ouderdier.
Omdat we hier met twee schubkarpers kweken met hetzelfde genetisch patroon gelden de mogelijke geslachtscellen voor zowel de zaadcel als de eicel. We maken hier nu een kruisschema bij. De mogelijke geslachtscellen smelten samen en je hebt dan weer een chromosomenpaar. Overeenkomende nakomelingen hebben dezelfde kleur.
Totaal zijn er drie kleuren gebruikt. Er zijn drie verschillen genetische patronen uit de samensmelting van de duizenden eitjes en zaadcellen gekomen. Vier rode, acht groene en vier blauwe varianten. Bekijken we welke beschubbing daarbij hoort kunnen we de volgende conclusies trekken.Opvallend daarbij is dat we begonnen met twee schubkarpers en van de nakomelingen is 25% spiegelkarper. Of dit gewenst is of niet is nu moeilijk te zeggen, omdat we geen doel omschreven hadden.
Zo kun je meerdere kruisschema’s maken. Enkele opvallende conclusies heb ik hieronder geschreven:
– Alleen bij het kruisen van lederkarpers of rijenkarpers is er een percentage wat niet levensvatbaar is. Omdat niet levensvatbare combinaties nooit zullen voortplanten zal dit gelukkig altijd maar een gering aantal blijven.
– Kruis je twee spiegelkarpers dan is 100% van de nakomelingen spiegelkarper.
– Kruis je schubkarper (SSnn) met spiegelkarper (ssnn), dan is 100% van de nakomelingen schubkarper.
Beschubbing is natuurlijk maar een heel klein stukje van de puzzel. Een puzzel die nog niet compleet is en waarbij het genetisch patroon ook niet altijd zichtbaar is vanaf de buitenkant van de vis. Ook kleur, Ginrin, bouw, lengte, metallic en nog veel meer zitten diep verstopt in het DNA.
Bron: Kennisdocument karper Cyprinus carpio (Linnaeus, 1758) van Sportvisserij Nederland