Misschien is het je droom om een Koi te kopen in Japan. Zelf de Koi uitzoeken bij een japanse kweker, dat is nog net iets specialer dan je Koidealer met een zoekopdracht sturen.
Overweeg dan zeker of je het kunt koppelen aan een vakantie. Oftewel, lekker de toerist uithangen.
Grote kans dat je dealer daar geen zin of tijd voor heeft. Je zult dit dan toch echt op eigen houtje moeten regelen. Ik had geluk en pech. Ik ging met John de Leur mee (Chikara Koi) en vloog eerder dan John en reisgenoten. De pech echter is dat het maar twee dagen eerder was. Veel te kort!
Omdat we kwekers gingen bezoeken in het zuiden vloog ik rechtstreeks op Osaka, vanaf Amsterdam. Osaka is een wereldstad (2,7 miljoen inwoners).
Super gaaf om te zien, maar mij iets te druk. Hoewel ik wel bewondering heb voor de Japanners. Zij zijn een rustig volk. Je loopt tegen niemand aan, geen vervelende blikken, alles lekker relaxed… Maar wel heel veel mensen. Osaka is super modern. Niks traditioneels of authentieks. Grote schermen en alleen maar winkeltjes en eettentjes. Zoveel heb ik er nog nooit bij elkaar gezien. Neem een groot winkelcentrum in gedachte en doe dat dan keer vijfentwintig. Daarna nog eens vermenigvuldigen met twee, want onder de grond gaat het verder gekoppeld aan metro-stations. Soms was zo’n metrostation ook handig om over te steken. Je gaat aan de ene kant van de drukke weg naar beneden en loopt aan de overkant weer omhoog.
De volgende dag stond Kyoto op het programma. Echter kwam ik ‘per ongeluk’ ook in Nara terecht. Een kleine stad en minder druk. Ik moest daar overstappen, maar het beviel me zo goed in Nara, dat ik mijn aansluiting een paar uurtjes uitstelde. Wegens tijdgebrek twee bezienswaardigheden uitgekozen en de rest voorbij gelopen.
Eerst het Okumura Commemorative Museum. Een heel klein museum, maar toch de moeite waard. Het gaat over het opvangen van aardbevingen. Diverse constructies staan er gedisplayed en je kunt hier zelf een aardbeving ervaren, zittend op een autostoel, tot maar liefst schaal 6 op de schaal van Richter, overeenkomstig zoals Japan ze wel eens ervaart.
Tweede was de Todaiji Tempel, met een hele grote zittende Boeddha in het midden. Om de tempel heen lopen heel veel reeën. Deze zijn tam geworden en een beleving op zich. Je mag ze namelijk voeren (met speciaal voer). De reeën worden beschermd. Het verhaal gaat dat eeuwen terug een god op een ree Nara binnenkwam gelopen.
Door dit uitstapje werd de tijd in Kyoto nog korter. Er is daar zoveel te zien, dus ik moet gewoon een keer terug. Wat ik nog bekeken heb in Kyoto zijn Fushimi Inari Shrine en Kyoto Tower. Over Fushimi Inari Shrine heeft Orlando recentelijk nog geschreven. Duizenden Torii die het pad naar boven op de berg leiden. Totale route is ruim vier kilometer. Grappig is dat je steeds meer mensen af ziet haken. Dus wil je een selfie maken, doe dit dan niet beneden, daar is het veel te druk!
Kyoto Tower ligt recht tegenover het centraal station. Voor ongeveer € 7,= kun je even genieten van het uitzicht over Kyoto.
Na deze schitterende, maar wel vermoeiende dagen reis ik terug naar het vliegveld, mijn reisgenoten onthalen. Op voor de Koihunt!