Voor de grap een keer meegedaan aan het “Groot Dictee der Nederlandse taal”? Ook zo gefrustreerd dat vrijwel ieder jaar één van onze zuiderburen met de hoogste eer strijkt? Persoonlijk denk ik, dat ook hier geldt, dat oefening kunst baart. Natuurlijk oefent het veel lekkerder als het over koi gaat. Tevens het “Gròtuh Hââgsuh Dikteé” dat hier traditioneel op volgt. De “vertaling” voor als u geen van beiden kunt lezen is bijgesloten. Sterkte…
Nishikigoi voor Neerlandici.
Een welslagende biotoop rond de periferie is door lacune voorwaar geen sinecure. Suburbanisatie echter, compliceert de communicatie met gelijkgestemden. Zijn wij echter zo coulant dat we onze eruditie willen distribueren onder lotgenoten of limiteren we ons louter tot de eigen perikelen? Weteringmanagement is de passe-partout tot prosperiteit, dat is perceptibel, dus allengs bekend. Desniettegenstaande blijft de koihouderij een gecompliceerde aangelegenheid met vele impedimenten welke velen tot aporie drijven. Met veel persistentie geeft een petieterige clan echter geen krimp en houdt weloverwogen stand. Helaas ligt de genese van de koihobbyist frequent bij tuincentra, waardoor ten gevolge van een manco in de retoriek der tewerkgestelde abituriënt, veel misère kan verrijzen. Veelal wordt hierdoor, door de potentiële adept, vroegtijdig de spreekwoordelijke calumet aan Maarten overhandigd. Een wellicht geapprecieerd, Nishikigoi Sociëteit der Lage Landen lid, gaat dientengevolge frustratoir doch inevitabel verloren. Toch gloort er hoop aan de kimme. Homo Sapiens Alveus wordt door het lezen van het opiniërend magazine “KOI” allengs kiener. Met als repercussie dat de Koi langer in vivo blijven.
Kârpah voâr De Hââgh.
Hèt bleìf een klotùhbaan om in De Hââgh een veìvah te bâwe met al die drukke teringzooi enzo. Doâhdat iedaheen pleîtheine gaat naar Iepenbûràgh kenje oâk bijna niemand meâr wat vraguh. Trâwus ik vertel zelf âuk geen ene rùk meâr aan die klôothommels, ik bemoei me lievah met me èìguh tíévusbendûh. Je mot je watâh zuivâh houwuh, dat weet togh iedarah boerahlul! Tog blìjf ut een grafbâhn, wah je behogluk temmus van ken wôgde. Sommaguh van die megoluh blèivuh ut ùitèinduhluk tog prôberuh. Tis ruk dat veel begînnahs bìj van die graftuinschuâhruh ankloppuh, wâhr zoown van schol getraptù mêgool geen ruk weet van kârpags. Gèk hè, dat die lijpuh dur vroegtìjdagh mee nokkuh? Weâr een klojo mindah voâr die klotuhclub. Tog komp ut wel goed hoâr, doâh af en toe in dat klôtuhblaadje “KOI” ter gluren, blèìvuh die baggâhvissuh langah in lèivuh.
Koi voor de rest.
Een succesvolle vijver bouwen in de grote stad is door het gebrek aan ruimte moeilijk. Doordat veel vijveraars de stad verlaten, valt het daar nog niet mee om met medehobbyisten in contact te komen. Willen wij trouwens onze kennis wel delen, of houden we die liever voor onszelf? Watermanagement is de sleutel tot succes. Dat is gemakkelijk waar te nemen en bij bijna iedereen wel bekend. Toch blijft het houden van koi er een van veel obstakels, die velen tot wanhoop drijven. Met veel doorzettingsvermogen houdt een kleine groep nieuwelingen het toch vol. Helaas komen veel mensen bij tuincentra voor het eerst in contact met koi, waardoor door onbekwaamheid van de te werk gestelde schoolverlater veel ellende kan ontstaan. Vaak wordt hierdoor, door de nieuwe koiverslaafde, vroegtijdig de pijp aan Maarten gegeven. Een mogelijk toekomstig en gewaardeerd lid van de Nishikigoi Vereniging Nederland gaat onherroepelijk verloren. Toch gloort er hoop aan de horizon. De vijveraar wordt steeds slimmer. Door het lezen van het magazine “KOI”, kunnen de koi een langer leven tegemoet zien.
Joop “GinRin” van Tol