Piepers jassen, pannen ragen, als je leiding hebt gepest.
Heel de troep is losgeslagen, maar de sfeer is opperbest.
Laat je schaterlach weerklinken, in het groene kampgedruis.
Zeven keer de zon zien zinken en dan moet je weer naar huis.
Tranen in mijn ogen van pure nostalgie als ik weer terugdenk aan het fantastische jeugdkamp waar ik gedurende een tiental jaren ben mee geweest. Vooral de liedjes, waarvan het bovenstaande een voorbeeld is, spoken regelmatig door mijn hoofd. Piepers jassen betekent “aardappelen schillen” terwijl “pannen ragen” niets anders betekent dan afwassen. Het heeft een paar jaar geduurd voor ik wist, wat ik vol overgave zong. Waarschijnlijk zal ik de liedjes in de toekomst nog wel eens hardop durven zingen, wanneer ik als dementerende bejaarde vanachter de geraniums naar mijn jeugd flashback. Zingen bij het kampvuur, ontluikende pubertijd, je eerste zoen. Nooit zouden we elkaar uit het oog verliezen. Toen beklonken liefdes waren eeuwigdurend. Dát wisten we zeker. Bonzende harten, gierende zenuwen, gillende hormonen. Verkering, die door tussenpersonen werd geregeld alsof het de gewoonste zaak van de wereld was.
Alles moest nu eenmaal snel, want we hadden maar een week! Niet nadenken; ja of nee en wel nu! Een uur niet gelachen, was een week niet geleefd. Vrienden waar je voor door het (kamp)vuur ging, ondanks dat je ze toch maar éénmaal per jaar zag. En dat terwijl we allemaal in dezelfde stad woonden. Het meisje waar ik jaarlijks minstens een maand van wakker lag, woonde drie straten verderop. Nooit zochten we elkaar tussentijds op. Raar genoeg kwam dat niet eens in ons op. Misschien wisten we onderbewust dat de sfeer van het kamp niet te evenaren was. En ach, het jaar erna gingen we gewoon door, met waar we het kamp ervoor waren gestopt. School was eigenlijk een saaie overbruggingsperiode tussen twee kampen in. Het toeval wil, dat mijn school heel toepasselijk “De Brug” heette. Tien jaar, met een nauwelijks van samenstelling veranderende groep. De roes van het kamp duurde precies één dag langer dan het kamp zelf. Een dag, die vanwege het chronische slaapgebrek van de week ervoor, nauwelijks bewust beleefd werd. De laatste twee jaar mocht je naar de “tieners”. Het hoogst haalbare! Jaren keek je tegen die grote gasten op, en plotseling was je er zelf één. Een apart kampement, los van de A’tjes, B’tjes, C’tjes en de D’és. Gelimiteerd bier drinken en slap ouwehoeren. “Zeven keer de zon zien zinken en dan moet je weer naar huis”. Zucht…….
Deze flashback naar mijn jeugd kwam tijdens de Holland Koi Show. We zaten op de camping voor de tenten (on)gelimiteerd bier te drinken en slap te ouwehoeren. Op dát moment zag ik toch wel een aantal overeenkomsten met mijn jeugdkamp. Veel mensen zie je maar één week per jaar. Toch zijn de vriendschap, de saamhorigheid en het slaapgebrek groot. Zo mooi als het toen was, wordt het natuurlijk nooit meer….. Maar de sfeer op de camping rond de koidagen moét u éénmaal geproefd hebben. Kunnen we u alvast als vrijwilliger optekenen?
Joop “GinRin” van Tol
2 reacties
Dag Joop
Leuk om het pieperslied op internet te zien. Ik denk dat je meeging met het kamp van CJV Rijswijk. Dit lied maakte ik samen met Jaap Schinkel in 1967 voor de revue bij het 50-jarig bestaan. De melodie kwam van Wim Sonnevelds Frater Venantius. Het lied werd later in de kampbundel opgenomen. De School De Brug stond/staat aan de Adm. Helfrichsingel… Mooi dat het zo’n indruk op je heeft gemaakt….. groeten Wim
Beste Wim,
Wat ontzettend leuk om dit te lezen. Inderdaad CJV Rijswijk. Ik krijg nog kippenvel als ik aan die geweldige tijd terugdenk. Hoe heb je dit gevonden? Ben je zelf ook hobbyist? Ennuh, hoe kom ik aan die kampbundel? Mag natuurlijk ook rechtstreeks aan ginrin68@gmail.com. Dan vervelen we de mensen hier niet met nostalgie 🙂