Wat kan een mens er faliekant naast zitten! Vertelde ik in mijn vorige Column nog dat we in China mogelijk onder redelijk primitieve omstandigheden moesten bivakkeren, blijkt het totaal tegenovergestelde! China telt met zijn ruim 1.300.000.000(!) inwoners, maar liefst 47 koiliefhebbers die lid zijn van het Chinese ZNA Chapter. De koihobby blijkt in China een absolute elitesport. Niet weggelegd voor de “gewone” fabrieksarbeider of naaister in een kledingatelier, doch uitsluitend voor “the happy few”, die het in het bedrijfsleven méér dan gemaakt hebben.
We werden als koningen, neen als goden ontvangen en tot in het belachelijke verwend met superchique hotels en exorbitant luxe diners. Niets was te gek. Chauffeurs, bediendes en zelfs personal assistants. Het ontbrak ons werkelijk aan niets! Je kreeg de kans niet om zelf ook maar een deur open te doen, of bij wijze van spreken je eigen veters te strikken. Je eigen kont afvegen werd (gelukkig) oogluikend toegestaan. Zeven deuren in een hotel betekent zeven man personeel om die open en dicht te doen! Een parkeerterreintje naast het hotel voor 20 auto’s had vier man personeel om het verkeer te leiden. Drie liften, dus drie liftboys. Met 12 man dineren, dan ook 12 obers. Blijkbaar is een arbeidskracht goedkoper dan een paar lijnen op het asfalt, een simpele bewegingsmelder, een leesbaar bedieningspaneel of een wat groter dienblad.
Ted beschreef de positie van “de gewone man” in communistisch China treffend: “Iedereen heeft recht op werk, als het er niet is, dan verzinnen we wel wat”. Hij doelde hiermee op de vele nutteloze baantjes. In het begin wordt je gestoord van die vent die de hele dag om je heen loopt te draaien en probeert te voorspellen wat je volgende “move” is, zodat hij kan anticiperen op zijn te leveren bijdrage daarin. Als je maar slikte of kuchte had je al een verse fles koud water (ochtend) of bier (middag) in je handen. “Hij vind je lief, Jopie”, waarschuwde Jeroen me gekscherend. Wierp je een blik richting auto, dan zwaaide het portier al open. Als nuchtere Hollanders heb je dan al snel zoiets van “doe even normaal!” Het slaventijdperk ligt toch ver achter ons?
Toch heeft een dergelijke persoonlijke assistent het aanmerkelijk beter dan de gemiddelde bouwvakker, die ARBO-loos en onverzekerd dagelijks zijn leven in de waagschaal stelt op een acht verdiepingen hoge, bamboe steiger. Geloof het of niet, maar het is een goedbetaalde erebaan. En ach, we schikten ons daarom maar in ons “lot” en ondergingen de luxe gedwee. Onder protest uiteraard 😉 Dat luxe snel went, bleek wel toen we China verlieten en landden in Taipei. Wat verdwaasd staarden we naar de bagageband en vroegen ons verwonderd af waar die “mannetjes” nou waren gebleven om onze koffers te sjouwen.
Joop “GinRin” van Tol