De dag van de Showa sembetsu. Natuurlijk niet echt verrassend als je, zoals de Dainichi Koi Farm, bij de top van de wereld behoord met het kweken van deze variëteit. In de tussentijd heb ik naast het selecteren van de Sanke en Kohaku, nu ook aan de Showa sembetsu mogen meehelpen, maar vandaag was dat jammergenoeg niet het geval. Het probleem (voor mij dan) is dat Shigeru-san de sembetsu zo snel uitvoerd, dat wanneer de werknemers klaar zijn met het afvissen van de vijvers (wat meestal in tweevoud, maar soms ook in viervoud wordt gedaan), hij meestal al klaar is met de selectie. Vandaag was dat dus ook het geval, maar gelukkig was er wel genoeg tijd om toelichting te geven over de top van de nakomelingen van Butcher. Butcher is een nieuw Showa oyagoi, waar dit jaar voor het eerst mee is gekweekt….
De dag begon echter met de sembetsu van nakomelingen van Sakura, zie het vorige blog. Het mooie van het kweken van Koi in Japan is dat elke mudpond anders is en je dit ook duidelijk kan terugzien aan de Koi. Zo was het jongbroed van Sakura in de betonnen vijvers rond de 5-6 cm en  de Showa in de mudpond van vandaag zijn gemiddeld minstens twee keer zo groot. Echt minstens 10-12 cm! Dit heeft voornamelijk met de bezettingsgraad te maken, al vertelde Shigeru-san mij dat deze mudpond hun super mudpond is voor tosai en altijd goede (groei)resultaten opleverd. Zo is de verwachting dat de tosai bij de ikeage in september gemiddeld minstens 25 cm zijn, terwijl 15 cm normaal is.  Na een verwarmd binnenverblijf in de winter behaald de gemiddelde tosai van Dainichi gemakkelijk een groei tot 35 cm, al zullen de Koi uit deze vijver dit makkelijk kunnen overschrijden.
Na twee vijvers met Showa van Sakura te hebben afgevist, was het na de middagpauze (en zelfs even een dutje(!)) tijd om sembetsu van de nakomelingen van Butcher uit te voeren. Bij een nieuwe kweek is het altijd afwachten hoe de tosai zich ontwikkelen, maar van deze nieuwe kweek kan men eigenlijk al praten over een geslaagde kweek. Shigeru-san zegt eigenlijk telkens weer dat men pas van een geslaagde kweek kan praten als de nakomelingen ervan sansai of ouder zijn, omdat dan pas echt de lichaamsbouw en huidkwaliteit tot uitting komt. Bij de derde sembetsu-ronde, wanneer de gemiddelde Koi zo rond de 12 cm is, kan je volgens Shigeru ook al een goed beeld van een kweek krijgen.
�
Zo liet Shigeru mij de top van deze kweek zien, echt super interessante visjes (wat oneerbiedig hé, voor loepzuivere Dainichi tategoi) om de ontwikkeling van te volgen. Zie een volgend blog voor een nadere toelichting van deze beloftevolle Showa.
Veel kijkplezier toegewenst en tot gauw!