Omdat mijn voorraad oranje pilletjes op is, ga ik even langs de zielenknijper voor een herhaalrecept. Daar aangekomen blijkt dat de regressietherapie deze week extra airmiles oplevert. Omwille van mijn omgeving, die zich nog steeds afvraagt waar toch mijn koifanatisme vandaan komt (persoonlijk is me dat worst) besluit ik terug te keren “nàh vroegâh” (ik had in die tijd nog een hopeloos Haags accent). Starend naar een pendel zak ik langzaam af naar het verleden.
Vaag doemen de contouren van het tuinhuisje van mijn ouwelui op. Ik ben zes jaar. U kent dat wel, een arbeidersgezin dat bij gebrek aan het grote geld en het kleine dorp, in een flat woont, maar toch ieder weekend graag in de bagger wil wroeten. Althans, dat is wat mijn moeder mijn vader jaren lang heeft doen geloven, omdat hij zo gek is met zijn tuintje. Achter het tuinhuisje loopt een sloot, welke op ons, zesjarigen, natuurlijk een onweerstaanbare aantrekkingskracht uitoefent. Samen met mijn neefje sta ik stekelbaarsjes, watertorren, libellenlarven en kikkervisjes uit de, door waterpest overwoekerde, sloot te vissen met een schepnetje. We stoppen ze in allerlei glazen potjes om ze goed te kunnen bewonderen. Aan het eind van de dag laten we onze vangst met pijn in het hart weer vrij in de sloot, ons niet realiserend dat we die met hetzelfde enthousiasme de volgende keer weer zullen opvissen.
Plotseling ben ik bij mijn oom op visite en tuur, als door een magneet aangetrokken, urenlang in zijn aquarium. Ze hebben bij die bezoeken geen kind aan me. Als bij toverslag ben ik in mijn ouderlijk huis. Het is feest, ik ben vandaag 8 jaar geworden. Dank u! Ik krijg een plastic bakkie met guppen en ben de koning te rijk. Het bakje is uiteraard onverwarmd en ik heb geen sjoege van waterkwaliteit. In het begin levert dit de nodige teleurstellingen op. Later, ik ben inmiddels een jaar of negen, heb ik het spelletje al veel beter door en blijf stiekem ‘s nachts op als ik vermoed dat er jonkies geboren zullen worden. Het ergste dat me is overkomen, is een hoogzwanger guppenwijfje dat ik ’s morgens, half verdroogd, naast het bakje vind. Op mijn vijftiende bezit ik drie grote aquaria en een bed, meer past er niet in mijn kamer. De kledingkast staat op de gang en het resonerende geluid van de Eheim pompen gonst door het hele huis. Achteraf wonderlijk dat mijn ouders dat allemaal maar goedvonden. Bedankt hoor, pa en ma! Halverwege de jaren 80 hang ik bijna iedere zaterdag rond in “de Aquariaan”, een aquariumwinkel in Den Haag, terwijl mijn vrienden hun tijd in de snackbar doden. Eind jaren 80 zwemmen er nieuwe vissen in de grote koudwaterbak bij de ingang. “Dat is iets nieuws uit Japan”, laat ik me vertellen; “Koi”. Ik ben op slag verliefd.
Terug in het heden. Mijn zoon heeft sinds kort, naast twee aquariums, een vijver op zijn kamer. We gaan op pad om deze te bevolken. Om het “vak” te leren, starten we met Sarassa, de Kohaku onder de goudvissen. Pa mag sponsoren en natuurlijk mag “de Aquariaan” niet aan onze route ontbreken. Tot mijn stomme verbazing werkt daar nog steeds dezelfde gepassioneerde verkoper van dik 25 jaar geleden. Hij herkent mij natuurlijk niet en ik laat dat maar zo. Als bij donderslag zie ik “mijn oude ik” heel sterk terug in mijn zoon, die zich staat te vergapen aan de bakken. Tegelijkertijd besef ik dat ik mijn eigen vader ben geworden. “Wat is er Pa?” vraagt Davy. “Niets” krijg ik er met moeite nog net uit, met weemoed terugdenkend aan mijn eigen fijne jeugd. Mannen en visjes. Zit het er eenmaal in, dan gaat het nóóóit meer over……
8 reacties
Heel mooi geschreven. Ik herken mezelf in dit verhaal maar dan met mijn valkparkieten en aquaria die ik tot mijn 25ste heb gehad. Sinds ons eigen huisje helemaal weg van koi. Hoop dat ik in de toekomst dit in mijn dochter en wie weet zoon terug ga zien ze is nu al helemaal weg van visjes en ze is pas net 1.
Leuke column! We hopen allemaal toch stiekum dat de kids mee gaan in de hobby. Bij voetbal is het me niet gelukt, bij de Koi hoop ik op meer succes…
mooi verhaal man.
ik had in die tijd nog een hopeloos Haags accent
Zo hopeloos is het niet, wees trots op je roots!
groeten Barry.
ik verbaas me iedere keer opnieuw hoe leuk en spannend jij een verhaal verteld Joop,
ook deze is weer een van de vele die ik graag lees,
:)a
😉
Leuk geschreven. Nu maar hopen, dat de zwangere Sarassa van je zoon niet uit de vijver springt.
Mooi verhaal Joop ook ik herken mij geheel in jou verhaal. Ik heb alleen een westlands accent
Joop,
Kan ik vast intekenen voor je eerste boek ?
Ik kan haast niet wachten !
Je houdt al dat schrijverstalent toch niet alleen voor colums, toch ?
Was weer en stuk om bij “weg te mijmeren”
Top !!
Hans
Joop,
Volgens mij heb jij mijn jeugd bekeken.
Als twee druppels;-)
Erg leuk Joop en zo herkenbaar, volgens mij voor velen onder ons.
Groet,
Engel