Op bezoek bij hobbyisten Kenny Boer en Willemijn van Brenk
“Amsterdam?! Hebben we zo lang geslapen?”: vraagt Sem (9) aan mij wanneer hij de plaatsnaam ziet bij binnenkomst van de bebouwde kom. “Jazeker jongens, voor Koi is niets te gek, dan weet je dat alvast”, zo voer ik mijn repliek op stellige wijze. Even later parkeer ik mijn auto voor het huis van Kenny en Willemijn in Nieuw-Amsterdam, een plaats nabij Emmen in de provincie Drenthe.
Kenny wilde die Koihobby wel eens induiken en hij greep zijn kans
Kenny staat al op de uitkijk. We hadden afgesproken, zomaar eens om over Koi te keuvelen. Na de nodige gesprekken bij een dealer en op shows, had het stel mij uitgenodigd om bij hen thuis te komen kijken, een gastvrijheid die ik van een bakker niet afsla, zo weet ook Pascal Goossens. Om goed voor de dag te komen had ik ook gebakjes opgehaald voor bij de koffie. Nu heb ik er niet zoveel verstand van, maar ik had gewoon de meest fancy uitziende gebakjes gekozen om indruk te maken. Iets dat, voor de mensen die mij iets beter kennen ‘natuurlijk’ iets anders uitpakte en nadat de gebakjes op een sportief ingestuurde rotonde van links naar rechts stuiterden door de auto, overhandigde ik Willemijn op zijn minst ‘unieke’ gebakjes om het verhaal positief in te steken. Het is guur weer, het regent en het is koud. Koffie eerst dan maar? Lekker! Wel kijk ik alvast de tuin in door het raam in de woonkamer en daar de vijver ook over een raam beschikt, kan ik in ieder geval de Koi al begroeten. Ze schrokken niet, Kenny had ze kennelijk al gewaarschuwd dat ik zou komen.
Kenny en Willemijn zijn een enthousiast koppel. Ze kennen elkaar al lang, van de vriendengroep, maar een relatie hielden zij er pas vanaf iets langer dan een jaar geleden op na. Kenny was al eigenaar van de woning die hij tweeënhalf jaar terug had gekocht. Een sterke overweging daarbij, was het feit dat de vorige eigenaar reeds aanstalten had gemaakt om een vijver te realiseren. De contouren lagen er al en grond hoefde hij niet meer af te voeren. Kenny, niet bevreesd van een beetje werk, wilde die Koihobby wel eens induiken en hij greep zijn kans.
Ze kopen een tosai en laten deze een volledig jaar doorgroeien
Inmiddels vijvert hij anderhalf jaar en hij vertelt van de ontwikkeling van hun Kujaku. “Wat een beul is dat geworden, hè?!” De Kujaku waarvan Kenny spreekt is onderdeel van een groei- en ontwikkeltraject, dat Kenny nu reeds meermaals heeft beleefd bij Koicentrum Noord Nederland. Ze kopen een tosai en laten deze een volledig jaar doorgroeien bij de dealer in een verwarmde vijver van 100 kuub. Eerder liet Kenny er al een Mukashi Ogon succesvol opgroeien tot bakbeest der eerste klasse.
“Dit soort groeitrajecten, zie ik als leertrajecten, we zijn nog maar beginners en er valt nog zoveel te leren”, stelt de Ajacied. Je zou, denkend in clubkleuren, verwachten dat voornamelijk Kohaku wel aan ze besteed zou zijn en die hebben ze ook, doch desgevraagd blijkt dat Kenny een voorliefde heeft voor metallieke Koi. Zo werd ik, wanneer we ons in een droog moment de tuin in wagen, geconfronteerd met een Beni Kikokuryu en een Platinum Ogon. Leuke vissen op zijn minst! De Platinum Ogon was zelfs een van zijn eerste vissen, maar ziet er uitstekend uit. Een beetje rank als man, maar erg zuiver en een mooie huidkwaliteit. De Beni Kikokuryu heeft een erg goede bouw en het is jammer dat er alleen rood op de staart zit, anders was deze Koi vele malen imposanter geweest.
Over het algemeen echter, ben ik erg onder de indruk en ik had niet verwacht dat ik dergelijke Koi aan zou treffen bij iemand die nog maar anderhalf jaar bezig is. In totaal zwemmen er zo’n 16 vrienden in de vijver die dertig kuub behelsd. Het plasje is dan ook maar liefst twee meter diep. Dat wil niet zeggen dat je de bodem niet kunt zien, integendeel. Kijkend naar de bodem schuift er plots een grote diamantsteur voorbij en een bijzonder mooi exemplaar ook nog. Ze meet tenminste 110 centimeter en is ook echt goed van kwaliteit. Bij de meeste steuren kun je erg goed zien dat ze overcrowded en/of te klein behuisd zijn gehouden in hun jongste jaren, waardoor de borstvinnen zijn omgeklapt of de snuit gestompt.
waarop ze zich geïntrigeerd tot en met zorgen maken of ie de Koi niet opeet
Bij deze niets van dit. Knokige witte uitsteeksels gelijkende op knoesten op bomen geven het dier een antieke uitstraling. Mijn kinderen zijn gemakkelijk overtuigd van het feit dat het een haai is waarop ze zich geïntrigeerd tot en met zorgen maken of ie de Koi niet opeet. Dan laat Kenny zijn hand zien, zijn duim in de handpalm gevouwen en maakt het bijbehorende grapje. De ogen van Boaz en Sem worden groot van ongeloof om kort daarna deelgenoot te worden van de grap, maar voor zeker anderhalve seconde geloofden ze dat de haai Kenny’s vinger had afgebeten.
Zijn DNA bestaat uit Koi en Ajax
Het is een leuke anekdote die meteen het plezier weergeeft waarmee Kenny en Willemijn hun hobby tegemoet treden. Wanneer mijn kinderen de Koi wel hebben gezien en nu de speeltuin aan de voorkant van het huis weleens willen beoordelen, bekommert Willemijn zich even om de boys; mij schouder aan schouder achterlatend met Kenny, staand aan de rand van hun vijver. Ik zie hoe trots hij is, dat straalt hij uit in alles, maar hij blijft zich ook verontschuldigen; voor het feit dat hij eigenlijk te veel Koi heeft, voor het feit dat sommige Koi niet van zo hoge kwaliteit zijn en dat zijn filter… Hou maar op hoor Kenny, want jullie hebben het voor hobbyisten die nog maar heel even onderweg zijn echt voortreffelijk voor elkaar. Kenny is gewoon een fanatiek baasje. In de bakkerij, op de tribune of zelf met de noppen in het gras en ook met zijn Willemijn; Kenny heeft passie in zijn donder.
Zijn DNA bestaat uit Koi en Ajax, maar als ik vraag of ze ook Koishows mee willen doen ontstaat er een vertwijfelde stilte… Willemijn kent haar wederhelft door en door en legt voorzichtig uit; “Kenny kan niet zo goed tegen zijn verlies.” Kenny lacht en knikt instemmend. “Met voetbal ben ik doorgaans een slechte verliezer; als ik mee doe wil ik ook winnen; maar misschien is dat met Koi toch wel anders”. Willemijns favoriet is de Mukashi Ogon en dat begrijp ik maar al te goed wanneer ik, alhoewel november, zie hoe deze knappe knoepert van zo’n 66 centimeter zich meermaals laat aaien door Kenny wanneer deze langszwemt voor wat korrels voer. #metoo 😛
Wanneer ik naar Kenny en Willemijn kijk, getweeën bij hun zwemmende juwelen voel ik een bepaalde jaloezie. Een gezonde hoor dat wel; ik kan hun geluk gewoon goed begrijpen; ze hebben elkaar, na jaren van vriendschap, gevonden en delen samen deze passie. Eén vis zijn ze verloren; Willemijn moest Kenny er voor wakker maken toen zij een vis wel erg vreemd zag gedragen; het bleek buikwaterzucht en ze hebben het dier niet meer kunnen redden. De verslagenheid waarmee ze dit samen brengen geeft aan dat zij gek zijn op de dieren waarvoor zij zorgen. Desgevraagd geven ze ruiterlijk toe dat ze, liggend in bed, wel eens variëteiten hebben geraden. Ze lijken te midden van hun schaterlach min of meer betrapt; of eigenlijk beseffen ze in dat plotselinge moment dat ze een hardnekkig virus hebben opgelopen… Nee, daar komen deze twee niet meer vanaf; dat wordt alleen maar gekker. Ze dromen ervan om samen naar Japan te reizen en die Kohaku in Ajax kleuren; die komen er ook wel.