Als er op een (Bonsai)clubmiddag door de leden aan hun bomen gewerkt wordt, die tot een Bonsai omgetoverd moeten worden, en men start met “ruw ongevormd materiaal”, dan is mijn eerste vraag vaak; welke (Bonsai) stijl had je in gedachten, voor deze boom?
Het antwoord: Mijn eigen stijl, is naar mijn mening dan niet helemaal de juiste.
Omdat Bonsai altijd een voorkant heeft (Òmòté) zodat de boom vanuit de juiste hoek bekeken kan/moet worden. En omdat de opbouw daardoor belangrijk is, zal er eerst voor een Bonsai stijl gekozen moeten worden, zodat de boom dan ook een Bonsai kan gaan lijken! Dit hangt natuurlijk ook mede van de wortelvoet (Nebari) en de Yaku-Eda (resterende gesteltakken) af.
Er zijn 5 basis stijlen, waar vanuit wordt gegaan, en dat zijn:
- Chokkan (Rechtopgaande stijl): Recht, taps naar boven lopende stam.
- Moyogi (Gebogen opgaande stijl): Ongedwongen rechtop gaande.
- Shakan (hellende stijl): hierbij staat de boom schuin naar één kant.
- Han-Kengai (half-cascadestijl): Krom naar beneden groeiende boom, alsof hij op en rotswand heeft gestaan, echter minder diep naar beneden, dan de Cascadestiil
- Kengai (cascadestijl): Ook een krom naar beneden groeiende boom, alsof hij op en rotswand heeft gestaan, deze komt onder de pot uit.
Verder zijn er wat bekende afgeleide van bovenstaande 5 basis stijlen:
- Bunjin (literati- of wijsgeren stijl): Over het algemeen niet te dikke boom met een hoge, sierlijke kroon.
- Fukinagashi (Windgestriemd): Lijkt alsof hij door de wind gevormd is.
- Hokidachi (bezemstijl): Lijkt op een bezem. Een rechte stam eindigt in een ronde, dicht vertakte kroon.
- Ikadabuki (vlotstijl): Een omgevallen boom waarvan de zijtakken van de stam doorgroeien als individuele bomen, de stam blijft zichtbaar.
- Ishisuki (hangend-aan-een-rotsstijl): De boom groeit in een spleet van een rots.
- Kabudachi (meerstammige stijl): Meer stammen komen uit dezelfde wortelvoet.
- Ne-Agari (Bloot gespoelde wortels):”Ne” is “wortel”.
- Sankan (drie stam): Drie stammen van verschillende dikte uit dezelfde wortelvoet.
- Saikei (natuurlijk landschap): Een natuurlijk landschap.
- Seki Joju (wortels-over-steenstijl): Wortels over rots.
- Sharimiki (drijfhoutstijl): Door de zon gebleekte wonden (Shari’s).
- Sokan (dubbelstammige stijl): Twee stammen van verschillende dikte komen uit dezelfde wortelvoet.
- Yose-ue (bosstijl): Een groep bomen, die samen een bos of bosje vormen.
De stijlen waarin de bomen kunnen worden gevormd zijn gebaseerd op de omstandigheden in de natuur, en de groeiwijze gerelateerd aan de omstandigheden. De uitstraling van de boom geeft de naam.
In principe geeft de boom, in zijn ruwe vorm, (of soort) al zelf aan, welke stijl er niet gekozen kan worden, of zeer duidelijk de stijlen waaruit wel gekozen kan worden.
Maar hoe kom je nu tot je stijlkeuze?
Een boom met een rechte dikke en niet buigzame stam is vaak moeilijk om te bouwen tot en Kengai, (de Cascade) een naaldboom wordt vaak geen “Bezem”.
Maar van een Azer (Esdoorn) met die dikke stam kan misschien een “Bezemstijl” (Hokidachi) gemaakt worden. En een lange dunne boom met een mooie verouderde bast zou een best een Bunjin (Geleerde stijl) kunnen worden.
Ga dus voor dat je besluit, rustig voor je boom zitten en aanschouw hem op ooghoogte.
Draai de boom langzaam rond, en kijk of de stam recht is, of zit er ergens een bocht in? Zoek de “beweging” in de boom.
Kan ik de beweging, versterken door de boom in een andere hoek ten opzichte van de pot te zetten? Kantel desnoods de boom (ga er eens mee “dansen”).
Bekijk ook de takken goed, waar zitten de takken vast aan de stam?
De boom moet een verhaal vertellen, wat heeft hij meegemaakt
Probeer hierdoor langzamerhand een gevoel voor de boom te krijgen en ook in welke, enigszins natuurlijke vorm de boom kan groeien, of misschien al groeit!
De boom moet een verhaal vertellen, wat heeft hij meegemaakt, misschien een sneeuw pakket gehad gedurende de winter, waardoor hij is gaan doorbuigen?
Heeft de boom op een bergtop gestaan, waar het altijd waait vanuit dezelfde richting. Of heeft hij aan een bergwand gehangen (bijv. Kengai), kon hij in het bergdal zonder last te hebben van de wind rechtop groeien (Chokkan).
Of is hij door verzakken van de grond toch later scheef gezakt? (Shakan).
Echter een boom kan ook twee stijlen in zich verenigd hebben, bijvoorbeeld. de Bunjin en de wind gestriemde stijl zouden goed te combineren zijn. Kortom, zoek en maak het verhaal in de boom zichtbaar!
Dus de volgende keer als u een Bonsai ziet, zal de boom u zijn verhaal vertellen, u hoeft er alleen nog maar naar te luisteren door er goed naar te kijken!