Het ZNA Judge Seminar op de Holland Koi Show 2016
Traditiegetrouw wordt er tijdens de opbouw van de Holland Koi Show een zogeheten Judge seminar gehouden. Tijdens dit mini-event worden er twee keer vijf Koi uit dezelfde showklasse aan judges, trainee judges en geïnteresseerden getoond. De opdracht is simpel; plaats de vijf Koi in de juiste volgorde zoals ze ook tijdens een wedstrijd zouden worden gejureerd. Dat klinkt gemakkelijk, maar ga er maar eens aan staan; aan dat vat.
De randvoorwaarden gooien wel een extra handicap toe. Zo heb je steeds maar 7 minuten voor deze rangschikking die natuurlijk wel goed onderbouwd moet worden. Het rapport dat je hiertoe in kunt vullen onderscheid de volgende aspecten;
– Body (bouw)
– Huidkwaliteit
– Patroon
– Variëteit kenmerken
– Finishing
Vijf vissen beoordelen op vijf aspecten = 25 beoordelingen die je het liefst ook nog onderling vergelijkt. En dat in zeven minuten. Tijd om te twijfelen lijkt er niet te zijn. Mike Harvey, als ervaren ZNA judge en begeleider van een van de twee seminari gaf aan dat deze aspecten vooral als richtlijn en hulpmiddel dienen en dat de nadruk ligt op de overall klassificering. Ohhhh, dan is het een eitje… of toch niet? Er waren velen die zich eraan waagden waaronder trainee judge Ruud ‘de nablijver’ Besems, Patrick, Bas en Orlando van KoiQuestion, vrijwilligers Mascha van Lent, Linda Weerts, Pieter Heurter, Olof Reedijk en anderen. Ook andere judges zoals Ronald Stam, Huub de Rijck, Louis van Reusel en Duc Nguyen en Larry McGill, voor wie het seminar werd opgezet, poogden hun best te doen. De seminari werden begleid door Christine Woolger, Bernie Woollands en de reeds genoemde Mike Harvey.
Ze vonden het, hoe interessant ze ook kijken, stuk voor stuk lastig
Zoals gezegd waren er twee rondes. In een vat worden vijf Koi uit dezelfde wedstrijdklasse gejureerd. De uitdaging bij Mike lag bij de Shusui. Gelukkig zaten er geen Asagi in het vat die in dezelfde klasse huizen, maar toch heel anders gejureerd worden. Je moet dan een schuldloze vis met een geschubde vergelijken. Gelukkig was die overweging er niet. Nu moest je het echter doen met vijf Shusui die allemaal uit dezelfde kweek afkomstig waren. De Shusui waren namelijk stuk voor stuk aan het daglicht gebracht in Nijverdal onder de begeleiding van dealer Jeroen van Keulen die de beoordeling vanaf vier meter afstand nieuwsgierig volgde.
Ik deed zelf niet mee, maar Bas, Patrick en Orlando waagden wel een gokje. Zo kon ik mij opofferen opdat jullie dit verslag kunnen lezen. Ze vonden het, hoe interessant ze ook kijken, stuk voor stuk lastig. Over het algemeen was het nog wel te doen om de beste eruit te pikken; of althans een eerste vermoeden. Omdat de bouw in veel gevallen al voor 50% de uitslag bepaald is degene met de beste body al snel kanshebber, maar dat zegt natuurlijk niet alles; anders hadden we de overige aspecten ook niet mee hoeven rekenen. Bij de Shusui was er redelijk wat verschil in Body.
Schaduw vertekent niet en toont de waarheid van de bodylijn
Een trucje dat de juryleden onthulden om het verloop van de body te controleren is de volgende. Je kijkt hoe het zonlicht op de Koi valt en wacht tot deze langs of voorbij en van je weg zwemt met de schaduwzijde aan je gericht. Deze schaduw geeft namelijk slagschaduw tegen de blauw gekleurde vaten. Omdat Shusui maak met laterale patronen te maken hebben kan de optische lijn van de body vertekenen. Schaduw vertekent niet en toont de waarheid van de bodylijn. Je kunt precies zien hoe vloeiend deze loopt. Een waardevolle tip vond ikzelf!



De huidkwaliteit is iets lastiger om te bepalen bij Shusui. Er zijn immers geen glanzende schubben, of toch wel? Komen we meteen op het belangrijkste aspect van een Shusui zoals door Mike wordt aangehaald; ‘The Zipper’, ofwel de blauwe rits die de schubben op de ruglijn vormen. maar deze vallen toch ook weer onder patroon omdat ze gekleurd dienen te zijn? Of zijn de schubben ook onderdeel van de bouw? Je snapt het al; het is enorm lastig om alles juist te classificeren, maar overall viel wel op dat de Koi met de beste bouw, geen mooie rits had. Deze was erg dof en (te) licht van kleur. Onthoud; het gaat om een jurymoment op een show en dan zien we liever dat de kleuren er reeds dik op liggen.
Je wordt nu echt gedwongen om iets verder te kijken dan; “Die staat me wel aan”
Tijdens het proces valt de enorme stilte op en hoe serieus men er mee bezig is om hun classificering de juiste te laten zijn. Het was ook echt wel enorm leuk om te doen. Je wordt nu echt gedwongen om iets verder te kijken dan; “Die staat me wel aan” en een zorgvuldige keus moet worden gemaakt zoals de jury dat ook tijdens de wedstrijd doet, maar dan over honderden vissen verdeeld over een heel showterrein. Het is maar goed dat het seminar maar zeven minuten duurde want ieder minuut groeit het respect dat je hebt voor de jury en we willen ze ook niet al te veel vleien. Toch wil ik met juist dat nog wel even doorgaan. Het grote voordeel namelijk van zo een seminar is dat er direct na die zeven minuten wordt besproken. Vooral Bernie Woollands, ZNA judge en begeleider van het tweede seminar waarbij vijf Koi uit de Kinginrin klasse moesten worden vergeleken, is een uitstekende leermeester en weet heel rustig en zorgvuldig de onderbouwing te vinden en men hierbij te betrekken. Je wordt er dus echt wijzer van.

Vijf Kinginrin variëteiten; dat wil zeggen vijf verschillende variëteiten die toevallig allemaal glinsterende schubben hebben. Je beoordeeld dan de ginrin (zilveren reflectie) of kinrin (gouden reflectie), maar ook de overige aspecten en hoe vergelijk je in hemelsnaam een Goshiki met een Hi Utsuri? Een andere interessante vraag was; “Valt het Sashi en Kiwa onder de huidkwaliteit of is dit patroon?” En zo wordt het een heel leerzame middag in Arcen. Trainee Ruud Besems overigens, moest na de les nog even bij sensei Bernie Woollands komen. Hij dacht aanvankelijk dat het een grapje was, maar niets bleek minder waar. Wie Ruud naderhand nog heeft gezien mag dit melden in de reacties…
