Vandaag gaf Alfred Stier ons een rondleiding door zijn accommodaties. Hij heeft gestudeerd om viskweker te worden en nu heeft hij een bedrijf met 300 vijvers en een visverwerkingsfabriek. Bavaria/Beieren heeft in totaal ongeveer 4.000 vijvers waarin meestal op heel extensieve wijze (vooral) karper en forel in wordt gekweekt voor eigen consumptie. Alfred Stier is een van de weinige commerciële forelkwekers in het gebied en produceert 60% van alle forel die er in Bavaria wordt gekweekt waarmee hij een uitzondering is in de aquacultuur van Bavaria.
Naast de forelkweek is het kweken van vissoorten voor het uitzetten in de natuur ook onderdeel van zijn bedrijf. De kwekerij die wij bezochten was een van de acht locaties die hij bestuurt en heeft een productie van ongeveer 35 ton forel. Het was heel interessant om een typische extensieve viskwekerij in de praktijk te zien en om te zien wat het werk inhoudt om het draaiende te houden.
Ik ben nu op een excursie die ik heb georganiseerd met een aantal medestudenten van de studievereniging Aquarius, een vereniging die energie steekt in activiteiten gerelateerd aan aquacultuur met studenten van de Wageningen Universiteit als voornaamste leden. Op dit moment zijn we in Bavaria, een Duits gebied dat beroemd is om zijn viskweek. De komende dagen reizen we naar Tsjechië om een van de beroemdste kaperkweek-gebieden van het land te bezichtigen en later zullen we deelnemen aan de AQUA2012, een wereldwijd erkend aquacultuur congres.




In de middag hebben we Wöllershof bezichtigd, een experimentele viskwekerij. De kwekerij, waar 20 verschillende vissoorten worden gekweekt, wordt gerund door Hans Bergler. In het verleden is de kwekerij gebruikt om te experimenteren met karperkweek maar nu ligt de focus vooral op de kweek van zeven verschillende steursoorten. We leerden over de problemen met de kweek van steur en ook over problemen die zich voordoen met steur in het wild. Hans vertelde over steuren van tot de 5 meter lang met een gewicht van 1 ton (!), de productie van de verschillende soorten, de kaviaarproductie en hoe de markt van dit luxeproduct is ingestort (of dat nog steeds aan doen is) door te goedkope import.
Een volwassen (Berluga) steur kan haar eerste eieren ‘geven’ als ze 25 jaar oud is. Met een gewicht van 50-100 kg en een lengte van 2 meter en langer kan het gewicht aan eitjes oplopen tot 15 kg per keer. In termen van aantal nakomelingen kan een steur tot 80.000 larven per kg eitjes produceren met een uitbroedpercentage dat varieert tussen de 20 en 80 procent. Een volgend broedmoment zal zich niet al voordoen, zoals bij karpers, binnen 6 tot 12 maanden, maar pas na minstens 5 jaar! Het zijn van een steurkweker is dus een baan is voor je leven, letterlijk en figuurlijk!




Als je het beschouwd in termen van kaviaar: de gemiddelde kaviaarprijs op dit moment is €250-300 per kg (voor standaardkwaliteit kaviaar). In eerste instantie denk je dus dat een kweker hiermee een mooi geldbedrag kan verdienen als je denkt aan de 15 kg eitjes die een steur elke keer geeft. In eerste instantie! Wanneer je een steur wilt gebruiken voor kaviaarproductie kan je maar 1 steur gebruiken per ‘ei-gift’. De enige methode om de kaviaar, premature (ongerijpte) steureieren, uit de steur te verkrijgen is namelijk om letterlijk haar gonaden (geslachtsklieren) eruit te halen. Dat betekent dus dat een steur maar 1 keer kan worden gebruikt om deze ‘diamanteieren’ te produceren.
Tenzij je in staat bent om gouden kaviaar te laten ‘groeien’ dat wordt geproduceerd door een jonge albino steur, wat een waarde kan hebben van €20.000 per kg (opbrengst van een veiling in Amerika twee jaar geleden), lijkt het erop dat de kweek voor kaviaar niet echt efficiënt en duurzaam is.
2 reacties
leuk stuk Bram 😉
die grayling is dat niet gewoon graskarper ?
😉
Hey Dirk,
Bedankt voor je reactie! Ik snap je verwarring vwb de grayling, want er zijn namelijk diverse soorten die zo worden genoemd (zie http://fishbase.org/ComNames/CommonNameSearchList.php)! In dit geval gaat het om de vlagzalm!
Groetjes,
Bram