Als je denkt dat de sembetsu van
Kujaku na enkele honderden stuks saai zou worden, dan heb je het mis. Het begint bij het
afslepen van de mudpound. Je zou denken dat als je er één hebt afgesleept, dat je ze allemaal wel hebt gehad. Niet dus. Telkens weer opnieuw voel je de spanning en het ongduld. Nieuwschierig naar wat er nu weer in het net zal zitten werk je geconcentreerd naar elkaar toe. ‘Zal er ook een
tancho tussen zitten?’ ‘Welke invloed zal dat groene water in deze
mudpound hebben op de
Kujaku?’ ‘Hoe groot zullen ze al zijn?’ Vervelen doet het dus niet. Ook bij het selecteren ben je bij elke lichting die in de selectiebak wordt losgelaten benieuwd naar wat te zien. Als je van Koi houd, gaat dat niet vervelen.

Het is ook een continu leerproces. Natuurlijk zijn er basisprincipes. Een regel zou een regel niet zijn als er een uitzondering op bestaat. Hoe herken ik kwaliteit? Wat zijn goede eigenschappen en wat juist niet? In ‘
Meesterlijke Metallics‘ en
‘Als je later groot bent’ heb je de belangrijkste kenmerken al even voorbij zien komen. In deze blog nemen we even een paar
Kujaku van deze kweek met je door, zodat je een duidelijk beeld krijgt bij deze eigenschappen. De vissen in dit topic zijn slechts 8 weken oud en tussen de 10 en 15 cm groot!!
Als we kijken naar de eerste foto dan zien we geen
Kujaku. Dit is een
Gin Matsuba. Een
Kujaku zonder patroon. De basis dus. Elke schub is ingelegd met een zwarte kern bij deze variëteit. Dit staat symbool voor het ‘oog’ van de de ‘pauw’ en in combinatie met een rood patroon, daarom verantwoordelijk voor de naam
Kujaku. Deze
Gin Matsuba is een erg goed exemplaar. Het is de beste
Gin Matsuba voortgekomen uit deze kweek. Maar waaruit blijkt dit?

Als eerste
is de bouw van deze vis excelent. Zeker wanneer we de leeftijd in ogenschouw nemen. Wat meteen opvalt is de dichtheid van het
shiroji (witte huid) op het hoofd. Compleet egaal en geheel ondoorzichtig. De zwarte neusgaten zorgen voor een mooi contrast. Het matsubapatroon laat zich al raden. Essentieel bij deze variëteit is het schubbendek. Deze moeten netjes in een rij, gelijkmatig en zonder irregulaties zijn. Elke afwijking aan een schub is een doorn in het oog. Het zal de vis drastisch in schoonheid en waarde doen verminderen. De glinsteringen laten zich door het matsubapatroon heen duidelijk zien. De teri (glans) op deze vis is erg goed. Eigenlijk is het hele hoofd als een matte spiegel. De borstvinnen zijn magnifiek van vorm en ook de glans hierop is uitstekend. Een
Gin Matsuba komt pas echt tot zijn recht bij afmetingen van formaat. De huidkwaliteit van nu, bepaalt of de vis ook dan nog een mooie glans zal bezitten. Bij
Gin Matsuba is de schoonheid van het witte hoofd erg belangrijk. Dit zorgt namelijk voor het wonderlijke contrast met de rest van het lichaam.

De volgende Koi is wederom geen
Kujaku. Weer geen
Kujaku? Dit was toch een
Kujaku kweek? Dat klopt. Om de kwaliteit en kenmerken van een
Kujaku op waarde te kunnen schatten, moet je echter ook weten wat slechte eigenschappen zijn.
Een belangrijke pijler die Jos handhaaft is dat je van slechte Koi, veel meer kan leren, dan van goede Koi. De Koi die we hier zien heeft een aantrekkelijk patroon en een goede bouw met ook mooie lange kieuwplaten. Wanneer we verder kijken zien we zelfs wat glans op de neus en kieuwdeksels. Maar ondanks deze glans, is dit zeer zeker geen Metallic Koi en dus geen
Kujaku. De borstvinnen zijn nauwlijks zichtbaar omdat er niets weerkaatst en ook het gehele lichaam van de Koi is dof zonder enige glinstering. Gedurende het eerste levenjaar zal de teri op het hoofd in de huid trekken en blijft er ook van deze Metallic eigenschap niets over. Toch wordt dit visje behouden. Waarom? Het is ook voor een gevorderde kweker belangrijk niet in te dutten en jezelf blind te staren op je eerder verworven kennis en ervaring.
‘Je leer zolang je leeft’. Dit is dus een testvisje. Zoals deze vis, worden er enkele behouden om te kijken wat zij zullen gaan doen in hun ontwikkeling. Misschien dat er zich eigenschappen openbaren die misschien niet wenselijk zijn in de
Kujaku-lijn, maar uitstekend geschikt zijn om bijvoorbeeld een Goshikilijn te verbeteren, om maar iets te noemen. Dit vereist een hele andere blik op deze vissen en wanneer je alleen de regeltjes volgt en selecteert, gooi je deze exemplaren zonder pardon weg. Het vergt veel concentratie om ook dit in ogenschouw te houden en je niet blind te staren op de kern waar je mee bezig bent. Pik ze er maar eventjes tussen uit, wanneer je enkele duizenden exemplaren selecteert. Het blijft dus absoluut mensenwerk en essentieel voor innovatie. Zonder passie voor Koi, kun je dit helemaal vergeten.

Dan zien we hier eindelijk een
Kujaku. De bouw is goed. De neus is iets te lang, waardoor het hoofd te smal lijkt. In veruit de meeste gevallen, verdwijnt dit echter na het eerste jaar. Staar je hier dus niet blind op. Het patroon is aantrekkelijk, maar kom eigenlijk iets te kort in de schouderpartij. De glans is zeker aanwezig, maar niet zeer denderend. je ziet dat eigenlijk alleen de uiteinden van de borstvinnen echt mat weerspiegelen. Ook in de ruglijn kunnen we de kristallen wel herkennen. Dit is de reflectie van de kwalitatief aanwezige irridoforen. Dat zijn de receptoren voor glans in de huid. Op het verdere lichaam eigenlijk niet. Het matsubapatroon is wel uitstekend. Het subtiele blauwe rasterwerk is hiervoor een goede voorbode.

De
Kujaku die we hier zien heeft duidelijk meer glans dan zijn voorganger. Vergelijk de borstvinnen maar eens. Ook op de rug en de
ozutsu kunnen we enkele reflecterende kristallen herkennen. Het patroon is goed en groot genoeg voor een uitgroeiende
Kujaku. de grootste vraag bij deze
Kujaku is echter of het patroon gehandhaafd zal blijven. Zoals je kunt zien is de kleurintensiteit van deze Koi, veel lichter dan zijn voorganger. Een verklaarbare reden kan zijn, dat deze
Kujaku uit een andere
mudpound komt. De kleurintensiteit is hier namelijk sterk van afhankelijk. We zagen grote verschillen tussen de verscheidene
Kujaku uit de diverse mudpounds. Wanneer deze
Kujaku in een betere
mudpound geplaatst wordt, dat het
hi helemaal terug op zal komen. Het is dus belangrijk dat een kweker ook hieruit lering trekt en de mudpounds op zijn duimpje kent. Dit verschil kan bepalen of deze
Kujaku tot de prullenbak wordt gedegradeert, of toch nog tot
top of the bill kan verworden. Alhoewel het dus het meest praktisch is om de
Kujaku vijvers bij elkaar te hebben, kunnen deze dus toch zeer uiteen liggen. We zie dat deze
Kujaku ook Motoaka (
hi in de borstvinnen) draagt. Dit is geen directe fout en kan, indien mooi geplaatst, bijdragen aan de evenwichtigheid van het patroon.

Nu we ook de mindere kenmerken in beeld hebben gebracht, nemen we eens een kijkje naar de volgende
Kujaku. vergelijk nu nog eens de borstvinnen van dit exemplaar met zhaar voorgangers. Was je kritisch bij de vorige twee, dan blijft er nu helemaal niets van over. De borstvinnen zijn bijna volledig weerspiegelend. Ook op de ruglijn, achter het hoofd tot de rugvin, zien we een wel hele brede lijn van kristallen. Het hoofd is erg mooi breed, de ogen goed geplaatst. Het patroon is zeker aan de voorzijde erg aantrekkelijk. Was het laatste patroon op de ozutsi normaliter niet gewenst, zo is het bij deze Koi zeer welkom om tot een goede balans te komen in het patroon, omdat het tweede deel erg licht getekent is. Zo zie je maar; de uitzondering bevestigd de regel. We zien bij deze
Kujaku een erg groot verschil in kleurintensiteit van de patronen. Ze lijken erg donker, zeker onder het matsubapatroon. Hier verraad de moderne varaiant van de
Kujaku zich. Deze Koi zal dieprode patronen krijgen. Een bijzonder goed exemplaar.

Dan tonen we ook nog even een traditionele
Kujaku. Hier zie je het lichtblauwe rasterwerk duidelijk terug. De Koi is goed gebouwd en één van de groteren uit de kweek. De borstvinnen getuigen wederom van goede kwaliteit en dezelfde glans zien we terug op vrijwel de gehele vis. Het patroon is voldoende aanwezig en wanneer dit bij de groei meer samen zal trekken, kan deze nog voor een verassing zorgen. Op dit moment lijkt het patroon te druk. De kleur is goed en diep aanwezig. Eigenlijk al bijna af, maar de huidkwaliteit is goed genoeg om dit te blijven ondersteunen. Het
kuchibeni (lippenstift) geeft deze vis net dat beetje extra. Persoonlijk een
Kujaku met een hoog ‘Wauw’-gehalte en ik ben dan ook benieuwd hoe deze
Kujaku zich zullen gaan ontwikkelen.
Hoe zullen deze Koi eruit zien over een hlaf jaar tot een jaar, Hoe groot zullen ze zijn en hoe zal het patroon en het matsubaeffect zich hebben toegelegd op deze Koi. hebben we de goede keuzes gemaakt? Nee het verveelt nooit om weer een vijver leeg te trekken en vissen te selecteren. We kijken er naar uit de Pauw te oogsten wanneer hij zijn veren in vol ornaat toont.
Dat het niet alles Koi is wat de klok slaat, blijkt wel wanneer Marjan ons te weten geeft dat er gebraden kippetjes op ons liggen te wachten bij de lunch… Mmmm, hoe zal een gebraden pauw eigenlijk smaken.